een bestek. Op het eind van 1592 was het werk zover gevor
derd, dat in november burgemeesters met de kapiteins en an
dere bevelhebbers van de schutterij een vergadering hielden
in de Nieuwe Doelen.
Wat het gebouw kenmerkte als St. Joris Doelen was het beeld
van Sint Joris te paard, die met zijn lans de draak doorsteekt,
op de natuurstenen toegangspoort aan de linkerzijde van de
voorgevel. Het bovenstuk is begin achttiende eeuw van die
poort afgenomen om plaats te maken voor de huidige over-
bouwing met een verdieping, aansluitend op het aan de zuid
zijde grenzende huis. Aan de andere hoek bevond zich een
klein hoekhuis aan de Doelstraat met fraai bewerkte boven
verdieping en dakvenster, in Hollandse Renaissancestijl. Dit
huis is door de verbreding van het begin van de Doelstraat in
1888 verdwenen. Een schuine muur verbindt sedert dien de
voorgevel van het Proveniershuis met het huidige eerste huis
in de Doelstraat.
Het meest noordelijke gedeelte van de gevel van het Prove
niershuis aan de Grote Houtstraat was en is nog steeds fraai
bewerkt en uitgevoerd in de Hollandse Renaissancestijl. Deze
gevel vormt samen met de gevels van de Vleeshal (wèl Lie
ven de Key) één van de mooiste Renaissance-gevels in ons
land. De dwarsvleugel tussen het hoofdgebouw en de poort
bevatte de grote zaal, waarin de schutters konden vergaderen
en waarin ook de grote feestmalen plaats vonden. De grote
vertrekken achter de Renaissancegevel dienden waarschijn
lijk voor bijeenkomsten van officieren en onderofficieren. De
later genoemde capiteinscamer, waar soms zelfs een schut
tersstuk de wand versierde, was denkelijk het grote vertrek
beneden.
Op de duur bleek het handhaven van twee doelengebouwen
voor de Krijgsraad te bezwaarlijk; het onderhoud van beide
gebouwen en de salarissen der kasteleins wogen niet op tegen
de geringe inkomsten. Burgemeesters besloten dan ook op 4
december 1681, dat één doelen ten dienste van de schutterij
genoeg zou zijn en meenden dat de andere beter tot een 'Hee-
renlogemenf of Stadsherberg zou kunnen worden geappro-
bieert. Zij wezen daarvoor de St. Joris- of Nieuwe Doelen
aan, die verbouwd werd tot een herberg, die weliswaar Stads
herberg werd genoemd, maar niet door de stedelijke overheid
werd geëxploiteerd.
De onderneming liep op niets uit en, na de wisseling van een
aantal kasteleins die de exploitatie ook niet rond kregen, werd
in 1704 door de Vroedschap van Haarlem besloten het Hee
renlogement in gebruik te nemen als een Proveniershuis.
Daarbij werden niet alleen verscheidene vertrekken in het