voormalige Heerenlogement zelf, speciaal op de bovenver
dieping, voor proveniers ingericht, maar tevens werden de
huizen in de Kerkstraat en de St. Annastraat heringedeeld.
Rondom de binnenhof ontstond in de loop van de tijd een
dubbele rij van woningen, de zogenaamde binnen- en buiten
ring. Een goede beschrijving van het Proveniershuis is ons
overgeleverd door het manuscript van Pieter Langendijk, die
zelf een der meest bekende bewoners van het gesticht is ge
weest (ca. 1750). De grote zaal of voormalige schutterszaal
was de eetzaal der proveniers geworden. Uit deze zaal kon
men door kruisvensters uitzien op de Grote Houtstraat. Aan
de andere kant van de eetzaal (die dus de gehele breedte van
het gebouw besloeg) had men door vijf schuiframen uitzicht
op een met klinkers geplaveide binnenplaats en op de grote
tuin. Een groot deel van het leven der proveniers speelde zich
af in deze grote eetzaal.
Geleidelijk aan verdwenen de proveniers en werden in het be
gin van de negentiende eeuw de meeste woningen als huur
huizen aangeboden. Gevolg hiervan was ook, dat in het begin
van die eeuw de grote eetzaal buiten gebruik raakte en afzon
derlijk werd verhuurd zoals bijvoorbeeld als Departementale
School van het departement Haarlem van de Maatschappij tot
Nut van 't Algemeen. De Maatschappij had het voornemen
met deze school gedurende de wintermaanden (oktober-
maart) volksonderwijs te verschaffen aan minvermogenden.
Het aantal proveniers slonk door uitkoop of overlijden, in
1821 waren nog slechts twee proveniersters, één provenier en
één kostkoper over. De grondlasten werden toen al door de
stad betaald en ook blijken in die tijd de percelen van het
voormalige Proveniershuis eigendom van de stad Haarlem te
zijn. Op 12 december 1866 besloot de Gemeenteraad van
Haarlem om alle huren van de woningen, die bij het Prove
niershuis hoorden, tegen 1 mei 1867 op te zeggen. Het stond
de bewoners vrij zich al dan niet voor een nieuwe huur aan te
melden.
Van 1866 tot 1882 was de Burgeravondschool in het Prove
niershuis gevestigd. In sommige verslagen van de toestand
der gemeente Haarlem (onder andere 1871) wordt gesproken
over de lokaliteiten, welke deze school in gebruik had: bene
den een grote tekenzaal (14 x 672 m), twee kleinere klasselo
kalen en een dito lokaal voor Natuur- en Scheikunde, boven
wederom een grote tekenzaal (17 x 7 m) en nog twee kleinere
klasselokalen. In 1874 moesten deze lokaliteiten nog gedeeld
worden met de klassen van de toen pas opgerichte hbs met
3-jarige cursus.
Naast gemeentelijke scholen als de Burgerschool voor Lager
199