dats weer een andre keel. die man die singt perfect
zoo net gelijck de scheut57), soo ras den trecker5S) treckt
gaan hem de woorden af, hoor hem dat keeltje dwingen
hoe gaat dat lietje. Wilt u stem nu Hoog opdringen59),
90 vijf Regels op een klanck, dat wort niet veel gehoort
ja 't klinckt gelijck een stront, men werp het overhoort.
Daar rijsd een ander man, hij heeft daar sitten leezen
zoo ick hem wel besie, t sal Moises Pieters6o) wesen
Hij is 't de stemmigheyts 6l), die heeft hij noch van outs:
95 hier dient wel nagehoort, 'k verwacht van hem wat stoutsS2)
zijn gesten63), en gebaar die gaan hem af na wenschen,
stil stil. Meer aard als goud meer quaad als goede men-
schen64)
't gaat wel6s); Heeft oyt gehad de werelt breed en wijt,
wagt wagt, Elck, jonck en oud volgt al haar 's herten wen
schen
100 luyster, 't heeft zoo geweest al van in Noachts tijt.
die man, dat kan men sien, die singt met lust, en vlijt
hij wil met hand en mond, de zin des liets uytdrucken,
hij zingt het niet alleen, maar deelt het af in stucken66)
Regt na des dichters wit, blijf noch een weynig staan
105 sijn rol is noch niet uyt, hij heeft noch niet gedaan
nu gaat hij hem eerst regt toetaklen, en bereyen,
Daar speelt hij voor de Prins in het Ontset van Leyen6v)
aanschout dat fier gelaat6S), wat mensch souw seggen, dat
alsulck een staatspersoon in eenen wever zat.
110 Nu sal hij anderszins Baldeus rolle speelen
besiet dat wreet gesigt, 't vertoont in al sijn deelen
opregt een Spanjaait trots, vol opgeblasen moet
hoor, hoe hij buldren kan, hoe stampt hij met sijn voet
Zie dats Alonzo, en dats Zichem 7°), ziet, hoe groeten
115 Hoe nedrig buy gen se gedienstig voor sijn voeten
wanneer hij haar beveelt te doen, dat hij gebiet
schoon dat se hem anders raan, hij luystert na haar niet
maar volgt sijn hooft alleen, daarmee gaat hij na binnen.
Daar roept Mercurius met al sijn seve zinnen7'):
120 moet ymant buyten sijn, ('t gelag dat is nu uyt)
die spoed hem derrewaart, 't heeft al een poos geluyt72),
maar soo er vrienden sijn, die noch wat willen blijven
('t is nu de man een vaan73)) een nieuw gelag aanschrijven,
neen ick vertreck, 't wort laat, zie daar, is oock een vaan
125 sta wat, men mach soo niet sonder Rondelen gaan74).
De vrienden goeden nagt Wij dancken u voor d' Eer
goe rust, en wel te varen dat gij ons komt besoecken
'k heb lang na u getragt, en wenschen, dat gij weer
26