Apollo75) heeft sijn vragt, Haast neemt u wederkeer 130 in Thetis76) schoot gebragt dat liefd u meer en meer om morgen op te klaren doet boven al77) verkloeken de vrienden goeden nagt wij dancken u voor d' Eer goe rust, en wel te varen dat gij ons komt besoeken. Waarheen nu van de nagt, waar sal ick rustplaats vinden 135 mijn broeder?8) woont nu niet onder de groene linden op d' Oude Ossemarckt79), ik ga de Grote Kerck ter slincke hand voorbij, en neem mijn oogemerck dwars over 't Marctvelt8o) heen, daar ick de Houtstraat8') vind Hier woont den Courantier82) die blije drucken 83j bind 140 O straat, hoe menigmaal heb ick u doorgegaan na 't Peuslaarsteegje 84)toe, helaas, nu ist gedaan ick loop u dan voorbij, O neen, de quastemaker8s) Die hout er noch sijn stant, O oude neutekraker O Davidbuur8S), ick denck noch om u, wijl ick schrijf 145 (mijn kennis vander Jeugt, en eerste tijtverdrijf) om u, en om u zoon, die dit rampsalig leven zoo mij berigt is, om een beter heeft gegeven Rust, zaalge siele rust, was t nu soo doncker niet ick stapte eens over, maar wat sie ick in t verschiet staat hier een kerckdeur, neen, O 't is mijn zaalge vader87) 150 hoe vliet ge nu voor mij88), ick bid u koom wat nader vergeev me, 'k bidde u, dat ick u heb misdaan89) vlied niet van mij, gij weet ick kan tot u niet gaan vaar wel dan vromen man, dat u gebeente blijve in stilheyt, en u ziele in Eeuwigheyt beklijve. 155 koom stappen we wat voort de Paardesteeg 9°) voorbij laat ze aan de regte hand, 't huys staat oock op die rij hier is het agtste huys9I), indien ick wel getelt heb nu ben ick onderdack, wanneer ick nu herstelt heb mijn moede en matte leen, sal ick weer wandlen gaan 160 bezoecken 't Westend, soo ick 't Oostend heb gedaan. Op op mijn Callioop92) al lang genoeg gelegen de zonne is alree ten bedde uytgestegen Za gaanwe steewaart in, voor eerst Zuyd op regtuyt tot aan de Houtpoort93), laat de Doelen94) onvertuyt95) 165 gaat voort, tot aan de Vest9é), die langs, tot dat we raken de Raamgragt97) in 't gesicht, regtsom, laat sien, het baken is d' oude W98) loop niet te veer, blijf staan houw dese kant men moet de brug niet overgaan, hier is het huys haha, de Ring is al be wonden: IC0) 170 wat god of geest heeft ons zoo regt van pas gesonden heeft hier een jonge ,01) Jan gefockt een dubble Jan ,02) 27

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1992 | | pagina 27