van 1646 de Stee Hout Werff. Hier zullen ook de smeden (Vulcanus rot) hun werkzaamheden hebben verricht. Wellicht heeft Van Elstland daar zijn ambacht geleerd. 34. De Kamp, buurt tussen het Spaame, de stadsmuur, de Kleine Houtstraat en de Oude Gracht, was onderverdeeld in Voor kamp of Grote Kamp (thans Essenstraat) en Achterkamp of Kleine Kamp (thans De Witstraat). 35. Gezien de context worden hier waarzegsters en hun cliënten bedoeld. 36. Hiermee (en in de volgende regels) worden weversactiviteiten aangeduid. 37. Bij de wevers noemt men een hevel elke draad waardoor een kettingdraad is geregen. De kettingdraad trekt bij het weven de andere draad omhoog (WNT 6(1912), kol. 721). 38. stevels: rijlaarzen. 39. een Houte paart: een weversgetouw. 40. De Kleine Houtpoort. 41. Buiten de Kleine Houtpoort, aan de zuidzijde, bevond zich een groot aantal tuinen. 42. De dichter volgt de Kleine Houtstraat stadinwaarts. 43. Jan Oom: Ome Jan of de bank van lening, de lommerd. 44. Herberg in de Kleine Houtstraat. In 1660 wordt een pand in de Kleine Houtstraat aangeduid met Daert Vergulde Wapen van Vlaenderen uythangt (Van Damme 1909, p. 25). Waar schijnlijk is dit hetzelfde pand. 45. vaats: de vaten met wijn en bier zijn er leeg; er wordt daar niet meer getapt. 46. De Anegang vormt nog steeds de verbinding tussen Kleine Houtstraat en Grote Houtstraat. 47. De Grote of St.-Bavokerk. 48. Het houten klokhuis - een indrukwekkend bouwwerk - werd in 1479 opgetrokken, achter de Grote of St.-Bavokerk op het huidige Klokhuisplein. In 1804 werd dit klokhuis afgebroken (goed te zien op de kopergravure in Ampzing 1974, tussen p. 27 en 28, zie ook het gedicht op pp. 58-59). In 1918 richtte de firma Joh. Enschedé Zonen ongeveer op dezelfde plaats een gebouw op met een toren die enigszins aan het oude klok huis doet denken. 49. Deze rederijkerskamer, waarvan het devies luidde 'Liefde Bo ven Al', bestond reeds in 1503 en had haar vergaderruimte achter het Klokhuis. Tot den jare iógo vergaderde de kamer in een lokaal, uitkomende in een poort bij het klokhuis dat den 30-7-1690 van eigenaar veranderd is en naderhand in 1717 aan het huis is aangetrokken dat op de plaats stond waar nu de Sociëteit Vereeniging is (Geerlings 1874, p. 11). Het interi eur van dit lokaal is waarschijnlijk afgebeeld op het schilderij tje van Pieter Molijn uit 1659, thans in het Frans Halsmuseum (Koster 1970, p. 87-91). 50. Kennelijk werd het lokaal achter het Klokhuis ook door de slepers gebruikt. Die sleepten met sleden goederen van het 33

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1992 | | pagina 33