Slepershoofd (nu de naam van het pleintje aan het eind van de Damstraat) naar de Waag. Met behulp van een grote kraan op het Slepershoofd aan het Spaarne werden goederen uit sche pen gehesen. 51. Was het bestuurslid van een rederijkerskamer dat voor de goede orde zorgde. In 1667. het jaar dat LvE lid was van de kamer, was Thomas Jansz. Breugel fiscaal. In 1694, vermoe delijk het jaar dat de rijmbrief werd voorgedragen, bekleedde Adriaen van Berckenrode die bestuursfunctie (gah, archief 'De Wijngaardranken', inv. 5-1). 52. 'Een guide zon gepresen' is kennelijk het begin van een in die tijd bekend lied. 53. marktkoopman of hier: schreeuwer? Niet als zodanig in WNT Dl. 12 - 1, kol. 717, wel in de samenstellingen 'Passer-mees ter' (marktopziener) en 'Clede-passer'. In feite vernederlands ing van het Maleis-Javaanse woord voor markt 'pasar'. 54. Een vergelijkbare woordspeling maakt de satiricus Jacob Campo Weyerman die de Bredase rederijkerskamer Het Vruegdendal omschrijft als: De Kamer der Poësy tot Abdera, waar op de Dronkenschap meer Kalvers maakt als Vaersen (J.C. Weyerman 1724-1726, dl. 2, p. 319). 55. soort weefgetouw, speciaal voor zijden of halfzijden lint voor kousebanden, hoofdbanden en meubelpassementen. Kennelijk maakten lintmolens veel kabaal. De dichter steekt kennelijk de draak met De Wijngaardranken, een kamer die, volgens hem, voornamelijk wevers als leden telt. 56. 'Lust mannen, mannen lust' zo begint kennelijk een ander lied. 'Lust' (gebiedende wijs) betekent hier hetzelfde als het bijwoord 'lustig', namelijk 'met kracht, flink'. 57. weversterm, gebezigd voor het werpen van de schietspoel door de schering (WNT Dl. 14, kol. 542). 58. weversterm, met de 'trekker' in zijn hand jaagt de wever de schietspoel heen en weer (WNT Dl. 17 - 2, kol. 2584). 59. 'Wilt u stem nu Hoog opdringen' wellicht beginregel van een lied? 60. Niet als zodanig gevonden in de ledenlijst van De Wijngaard ranken. In 1667 wordt een1 Pieter Pieters Sinckhorst vermeld die reeds sinds 1665 lid is. In 1642 en 1643 is er een Isaac Pieters lid. In de jaren 1665-1668 en 1666-1668 zijn resp. Glaude Moises en Laurens Moises lid. 61. Hij is de ernst (of de statigheid) zelf. 62. iets van hoge vlucht, iets hoogdravends. 63. gesticulaties, hetzelfde als gebaren. 64. 'Meer aard als goud meer quaad als goede menschen', eerste regel van het lied dat Moises Pieters voordraagt. 65. ironisch commentaar van LvE, waarop dan weer een regel uit de voordracht van M. Pieters volgt. 66. Kennelijk stopt de voordrachtkunstenaar bij de cesuur of rust in de versregel. 67. Bedoeld is het geliefde toneelstuk van Reinier Bontius. De

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1992 | | pagina 34