huis en hij zou wel een facsimilé ervan aan zijn brief hebben
willen toevoegen ware het niet dat hun echtheid onderwerp
van 20 veel onbeslist dispuut onder de geleerden is.
Ook de omgeving bevalt hem. Hier heeft de Heer Hope5), ten
koste van veel geld, een prachtig huis gesticht, (niet minder,
zegt men, dan vijftigduizend ponden zijn genereuze eigenaar
waard. De bijgesloten schets, die ik ter plaatse maakte, geeft
U een vaag idee van schoonheid. Binnen is een kabinet met
goed gekozen schilderijen, gekozen met veel smaak en ruime
beurs; zij kunnen op aanvraag bij Mr Hope bezichtigd wor
denHet huis wordt vaak vereerd met bezoeken van de
Prins van Oranje, die zich verplicht voelt aan de inspannin
gen van zijn eigenaar, gedurende de kritische oppositie tegen
zijn regering in 1788, toen deze publiek verklaarde de zaak
van de Prins te zullen steunen. Zijn situatie was zo gevaarlijk
dat hij, beschermd door militairen, naar de Beurs werd bege
leid. Hij was de eerste die daar met een oranjegekleurde co-
carde verscheen.
Direct naast zijn huis heeft de Heer Hope voor honderd jaar
ongeveer 40 acres land van de Stad gehuurd; hij betaalt daar
vijftien honderd gulden per jaar voor (ca. honderdvijftig
pond). Ik vond het spijtig dat hij het ongebruikt liet liggen; de
vreemdeling zou denken dat het niets anders dan 'common
land' was.
Via de tulpen en tulpomanie komen nu de schilders aan bod:
de eerste onder hen is de werkelijk elegante kunstenaar
Phillip Wouvermans 6). Hij werd in 1620 geboren, al vroeg
kwam hij onder leiding van de in deze stad geboren John Wy-
nants 7). Het is bijna overbodig om U de bijzondere schoon
heid van Wouvermans te beschrijven; toch, mijn liefde voor
de werken van deze meester is zo groot, dat het een misdaad
zou zijn hierover stil te zijn. Zijn verfijnde smaak bij de keus
van zijn onderwerpen, die vaak verrijkt zijn met fonteinen en
prachtige gebouwen, het tekenen en groeperen van zijn paar
den, de sierlijke houdingen van zijn menselijke figuren, sa
men met zijn smaak met betrekking tot zijn draperieën, plaat
sen hem direct zo hoog op de ladder der kunsten, naar mijn
oordeel, zonder weerga. Toch was, met al deze perfectie en
elegantie van de geest, armoede in het begin van zijn leven
zijn voortdurende metgezel. Gelukkig echter werd hij in zijn
latere jaren bevrijd van zijn armoede en afhankelijkheid van
schilderijenhandelaren door een Katholiek priester (hij was
zelf lid van de Roomse kerk) die hem zeshonderd gulden leen
de. De som, hoewel niet veel, stelde hem in staat om het dub
bele voor zijn werk te krijgen als gewoonlijk. Hierdoor werd
hij voldoend kapitaalkrachtig om zijn dochter een bruidschat