te en behoren tot zijn latere werk. Zijn vroegste uitingen zijn
groter en onderscheiden zich door een losse schetsmatige
trant en een onaangename rode tint van de lucht. Zijn werk
kreeg een grote toegevoegde waarde door de bijplaatsing van
figuren door Ostade '2), Wouvermans, Lingleback '3) en an
deren.
Omtrent de in deze plaats geboren Nicholas Berghem '4) kan
de lof nauwelijks overdreven wordenhij werd in 1624 gebo
ren en hij kreeg zijn eerste lessen van zijn vader '5), een schil
der van weinig betekenis. Zijn familienaam was Van Haerlem
[Harlemensis]maar naar aanleiding van een eigenaardige
over hem vertelde bijzonderheid veranderde hij hem in Berg
hem. Toen hij een leerling was van John Van Goyen '6), waar
hij zeer bevriend mee was, vervolgde zijn vader hem eens op
straat om hem over wangedrag te onderhouden; toen riep
Van Goyen naar zijn leerlingen Berg-hem, wat 'verberg je'
betekent; zo verkreeg hij de naam. Daarnaast kreeg hij les
van verscheidene andere meesters; noodlottigerwijs koos hij
één van hun dochters, Willis 17genaamd, tot vrouw. Ze was
een gierige feeks, die het leven van onze kunstenaar zeer
droef maakte; zij zorgde er voor dat hij de ganse dag, van de
ochtend tot de avond zonder pauze, achter zijn ezel stond, zij
zorgde er voor dat hij nooit een sous in zijn zak had. Te mid
den van al dit ongeluk bleef hij vriendelijk, fluitend en zin
gend tijdens zijn werk; deze uitingen van vrolijkheid veroor
zaakten hem nog meer ongeluk, want als hij ophield met
geluid maken dan kreeg hij er van langs omdat zij dacht dat
hij een dutje deed en zijn zaken verwaarloosdeZijn figu
ren lijken spijtig genoeg meer Vlaams dan Grieks van uiter-
lijk.
Jacob Ruysdael '8) werd hier in 1636 geboren, voorbestemd,
volgens Houbraken, medicus te worden; maar gezien de kwa
liteit die zijn werk al op vijftienjarige leeftijd vertoonde, lijkt
het mij dat hij meer tijd achter de ezel doorbracht dan in de
school van Galen '9). [Noot van Ireland: Ik kan over zijn
kwaliteiten meespreken omdat ik een charmant, door hem ge
schilderd, landschap heb gehad, het was met figuren gestof
feerd door Philip Wouvermans.]
Zijn grote vriendschap met Berghem vergrootte naar alle
waarschijnlijkheid zijn kunstenaarschap; toch, gezien zijn bij
zondere penseelstreek, zie ik geen reden aan te nemen dat
zijn vriend ooit zijn schilderijen corrigeerde; hij was niet
meer dan een vriendelijke leraar20
Hoogstwaarschijnlijk omdat zijn leidsman Houbraken in
1719 stierf, waardoor diens lijst niet verder ging, verontschul
digt hij zich met: