Kaart vervaardigd in opdracht
van Gedeputeerde Staten van
Noord-Holland in 1856 om de
ligging van de diverse
gemeenten, die later de
gemeente Haarlemmerliede en
Spaarnwoude zullen vormen,
duidelijk te maken. (Afkomstig
uit: Algemeen Rijksarchief,
Tweede Afdeling, Archief van
het Ministerie van
Binnenlandse Zaken, afdeling
Binnenlands Bestuur, bijlage bij
de brief van G.S. van 17 april
1856)
De heerlijkheden waren door overerving of door koop in han
den van de ambachtsheer/vrouw gekomen. Ook steden kon
den ambachtsheer zijn, als ze de heerlijke rechten over een
dorp gekocht hadden. Naast het feit dat de ambachtsheer/
vrouw inkomsten uit het dorp konden hebben, hadden ze
vaak de bevoegdheid om het bestuur van het dorp - schout en
schepenen en de dominee te benoemen.
Tussen 1795 en 1813, in de 'Bataafs-Franse tijd', veranderde
er op bestuurlijk gebied heel veel in Nederland. De macht van
de provincies verdween. Nederland wordt in plaats van een
'statenbond' een eenheidsstaat. Ook de macht van steden als
Haarlem, Dordrecht en Amsterdam, die vóór 1795 groten
deels de landelijke politiek bepaalden, werd drastisch vermin
derd. In 1810 verloor Nederland zijn laatste restje zelfstandig
heid en werd ingelijfd bij het Franse Rijk. De provincies
werden toen Franse departementen, bestuurd vanuit Parijs.
Volgens Frans systeem werden vervolgens in Noord-Neder
land een groot aantal oude ambachten samengevoegd tot 'ge
meenten'. De bedoeling van deze samenvoeging was om Ne
derland op te delen in gemeenten met ongeveer een gelijk
grondoppervlak. Dit resulteerde in een verdeling in 1118
communes of gemeenten. Ook werd het oude onderscheid
tussen stad en platteland vervallen verklaard Ambachtshe
ren/vrouwen verloren hiermee, zo dit niet al eerder het geval
was, al hun bevoegdheden over de dorpen waar zij heer/
vrouw over waren. In deze samenvoegingsronde werd ook,
per 1 januari 1812, de nieuwe gemeente Spaarnwoude gefor
meerd uit de oude ambachten Haarlemmerliede en Noord-
Schalkwijk; Spaarnwoude; Hofambacht; Houtrijk en Polanen
(Halfweg); Zuid-Schalkwijk, Vijfhuizen en Nieuwerkerk aan
de Drecht1). Nadat in 1813 de Fransen verjaagd waren en
Koning Willem 1 aan de macht was gekomen werd een groot
aantal besluiten uit de 'Frans-Bataafse' tijd weer terugge
draaid. Dit gold ook voor het besluit om 1118 gemeenten in
te stellen. Met besluiten uit 1815 en 1816 werden nagenoeg
alle samenvoegingen uit de Franse tijd weer ongedaan ge
maakt 3). Het ongedaan maken van de samenvoegingen uit
1812 gebeurde grotendeels om de voormalige eigenaren van
de verschillende ambachten tevreden te stellen. De ambachts
heren van delen van de samengevoegde gemeente Spaarn
woude waren Haarlem, Amsterdam en de heer van Nieuwer
kerk. Haarlem was tot 1795 heer van de ambachten
Haarlemmerliede, Noord-Schalkwijk en Hofambacht. Am
sterdam was tot 1795 heer van Halfweg en de heren en vrou
wen van Heemstede waren tot 1795 ambachtsheer/vrouwe
van Nieuwerkerk aan de Drecht, Vijfhuizen en Zuid-
53