voorstellen gedaan. Nu expliciet met als reden vereenvoudi
ging van bestuur en bezuiniging op de ambtenaren. In het
verleden was deze reden nog wel eens weggelaten en was er
gedaan alsof het een zegen voor de oude gemeenten zou zijn
om samengevoegd te zijn. Nu stelde de rijksoverheid nadruk
kelijk dat het in haar belang is om de versnippering van be
sturen tegen te gaan en te verminderen. Ditmaal waren de
plannen opgesteld door de gouverneur van Noord-Holland.
Hij maakte op eigen houtje een lijst van mogelijke samen-
voeg-combinaties. De voorstellen bevatten onder andere het
samenvoegen van Spaarnwoude met Spaarndam; Haarlem-
merliede (zonder Hof ambacht) met Zuid-Schalkwijk; en Hof-
ambacht met Halfweg. De samen te voegen gemeenten wer
den over dit voorstel niet gehoord! Kennelijk dacht de
gouverneur de antwoorden en protesten al te kennen en wilde
hij die niet weer een keer horen. Onder protest werd het voor
stel dan ook door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
doorgestuurd aan de minister van Binnenlandse Zaken. Het
college was het totaal oneens met de gouverneur en vond dat
de gemeenten die in de plannen genoemd waren, eerst ge
hoord hadden moeten worden. Het plan verdween echter in
de prullenbak op rijksniveau aangezien de minister van Bin
nenlandse Zaken zelf een ander plan bedacht had. Mogelijk
had hij in geschiedenisboeken gelezen over de oude indeling
van Friesland. Analoog aan deze oude indeling wilde hij het
hele land opdelen in steden en districten. De districten zouden
moeten lijken op de grietenijen in Friesland. Noord-Holland
zou volgens dit hersenspinsel opgedeeld moeten worden in
29 districten en 11 steden. Eén van deze districten zou zijn:
Bloemendaal, Zandvoort, Bennebroek, Heemstede, Berken
rode, Zuid-Schalkwijk, Haarlemmerliede, Halfweg, Spaarn
woude, Spaamdam en Schoten. Voorwaar een fantastische
combinatie! Haarlem zou dan aan alle kanten ingesloten zijn
door een gemeente gevormd door de oude dorpen die er als
een ring omheen lagen. Na enig lacherig ongeloof over het
plan, bleek dat het de minister ernst was. Toen ontmoette dit
plan ernstige tegenwerking. Als argument om het plan te ont
krachten werd gesteld dat de samenvoegingen geen besparing
zouden opleveren en dat dus de lasten van de ingezetenen
niet noemenswaardig zouden verminderen. Ja mogelijk zelfs
vermeerderen! Een tweede argument was van staatsrechtelij
ke aard, namelijk tegen het niet in acht nemen van de rechter
lijke indeling van Nederland bij de samenvoeg-plannen. Dor
pen uit het ene rechterlijke district zouden volgens het plan
moeten worden samengevoegd met dorpen uit een ander
rechterlijk district. Als reactie op deze argumenten verzocht
57