De definitieve samenvoeging
van Haarlemmerliede en
Spaarnwoude, 1856-1857")
woude. Ook dit stuitte, uiteraard, op bezwaren bij de samen te
voegen gemeenten. Ze wilden gewoon niet, punt uit. Daarop
ketste ook dit plan af. Vervolgens werd gekeken of het moge
lijk was om Zuid-Schalkwijk, Haarlemmerliede, Halfweg
met een deel van Spaarnwoude samen te voegen. De rest van
Spaarnwoude zou dan samen met Spaarndam één gemeente
kunnen vormen.
Voor het eerst had toen het bestuur van Spaarnwoude be
zwaar. Nooit waren ze tegen een samenvoeg-plan geweest,
maar dit ging ze te ver. Spaarnwoude voerde uiteraard als be
zwaar aan dat het niet in tweeën gedeeld wil worden. Dit be
zwaar werd gehonoreerd en ook dit plan werd aan de kant ge
schoven. De zaak leek muurvast te zitten. Toch bleef er één
probleem, namelijk dat er wel samengevoegd móest worden,
om het minimum aantal kiezers te halen, zoals voorgeschre
ven in de nieuwe Gemeentewet. Aan de minister werd daar
om het voorstel gedaan om Haarlemmerliede, heel Spaarn
woude, Halfweg en Zuid-Schalkwijk samen te voegen en de
situatie uit 1812 dus weer te herstellen. Alle bezwaren die in
de jaren daarvoor geopperd waren, hadden dus tot niets ge
leid.
Gelukkig had de tijd voor een aantal gemeenten in hun voor
deel gewerkt. Het aantal inwoners en daarmee het aantal kie
zers was zowel in Zuid-Schalkwijk, als in Haarlemmerliede
én in Halfweg door de werkzaamheden aan de inpoldering
van de Haarlemmermeer toegenomen. Dit betekende dat het
argument om samen te voegen uit staatsrechtelijk oogpunt
voor drie van de vier betrokken gemeenten kwam te verval
len. Een samenvoeging voor deze gemeenten leek dus van de
baan ,0). Eén gemeente bleef echter een te klein aantal kiezers
houden, namelijk Spaarnwoude. Daar moest dus toch een op
lossing voor gevonden worden.
Bij ieder plan om gemeenten samen te voegen hadden Zuid-
Schalkwijk en Halfweg steeds alles op alles gezet om het sa-
menvoegspook buiten de deur te houden. Elk redelijk en on
redelijk argument hadden ze aangevoerd om maar zelfstandig
te kunnen blijven bestaan. Bij eerdere ontwerpteksten voor
het reglement van samenvoeging had Zuid-Schalkwijk om
dwars te liggen zelfs de naam van de nieuw te vormen ge
meente, Spaarnwoude, afgewezen en als voorstel Nieuwer-
kerk ingebracht. Niet omdat ze tegen de naam Spaarnwoude
waren, maar omdat ze geen bevoordeling van de ene gemeen
te boven de andere wensten. Nieuwerkerk was een naam die
nagenoeg verdwenen was, en dan verloor tenminste iedereen
de eigen naam van de gemeente.