mermeer was ingepolderd en de arbeiders en voormannen trokken of de nieuwe polder in of naar een nieuwe werkplek. Dat betekende dat het aantal stemgerechtigde inwoners zakte tot acht personen. In i860 leidde dit tot een komisch gebeu ren. Bij een verkiezing in dat jaar zaten vier van de stemge rechtigde leden in het stembureau, de andere vier kwamen al lemaal rond acht uur stemmen. Met algemene stemmen (alle acht dus!) werd toen besloten het stembureau, dat officieel tot 's avonds open moest blijven, te sluiten. De minister vond dit geen goede zaak. Acht stemgerechtigde kiezers was veel te weinig, ook volgens de gemeentewet uit 1851. In i860 schreef de minister van Binnenlandse Zaken hierover naar Gedeputeerde Staten van Noord-Holland: Vooreerst toch zijn de leden van de raad (van Zuid-Schalkwijk) nu genoopt elkander telkens te herkiezen, en ten andere is er, zoo de raad niet overeenkomstig de wensch der bevolking bestuurt, nage noeg geene gelegenheid om aftredende leden door andere vervangen... Zowel wegens de financiële positie van Halfweg, als wegens het te kleine aantal kiezers van Zuid-Schalkwijk verzocht de minister daarom aan Gedeputeerde Staten van Noord-Hol land om de nodige stappen te doen teneinde de samenvoeging van Halfweg en Zuid-Schalkwijk met de sinds 1857 gevorm de gemeente Haarlemmerliede en Spaamwoude voor te berei den. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben geen haast om op dit verzoek te reageren en antwoordden de mi nister pas een jaar later, namelijk op 19 juni 1861Halfweg wilde, in tegenstelling tot tien jaar geleden, nu wel samen gaan aangezien het aan de rand van een bankroet stond. Zuid- Schalkwijk bleef tegen. Het wilde coute que coute zelfstandig blijven. Ondanks het kleine aantal kiesgerechtigden vond het gemeentebestuur dat de inwoners geen reden tot klagen heb ben. Daarom handhaafde de gemeente haar eis om onafhan kelijk te kunnen voortbestaan. Hierop werd echter niet meer gereageerd en het samenvoeg-proces werd in gang gezet. Aan alle gemeenten werd een ontwerp-akte van samenvoe ging toegestuurd, met het verzoek hierop te willen reageren. Alle drie de gemeenten bleken, onafhankelijk van elkaar, be zwaren te hebben, zowel tegen het samengaan van de armen kassen als tegen het samenvoegen van de eigendommen van de verschillende oude gemeenten. Iedere gemeente wil ook na de samenvoeging het beheer over de eigen armenkas en over de oude gemeente-eigendommen houden. Er werd, om tegemoet te komen aan deze bezwaren, een zeer ingewikkel de constructie bedacht over de verdeling van de inkomsten uit vaste goederen. Afgesproken werd om ze toe te schrijven aan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1992 | | pagina 64