MR. C.W.D. VRIJLAND Begraven op Overveen Laet vrij uw Graf met vreuchde delven, De Doodt is 'teynde van haer selven. Jacob Cats Waarom op Overveen? Wel, vanouds immers bereikte men uit Haarlem komende door de lage drassige venen langs de Zijlweg het hoge zandige duin. Men was dan op Overveen. Waar tegen de duinrand de Zijlweg op de Bloemendaalseweg uitmondt, bevond zich tot even na de Eerste Wereldoorlog op een kleine verhevenheid een tot 1916 gebruikte algemene be graafplaats van zeer geringe uitgestrektheid. Nu vindt men er een betegelde parkeerplaats (naast Hotel 'Roozendaal'). Eens stond hier de in 1572 verwoeste Quirinus-kapel, genoemd naar de in onze streken hoog vereerde volksheilige van die naam, die omstreeks 130 te Rome de marteldood zou zijn ge storven. Nicolaas Beets in zijn 'Camera Obscura' noemt dit kleine kerkhof een lieve zandige heuvel, een waarheid die evident is. Twee bekende Haarlemmers vonden hier hun laat ste mstplaats: de letterkundige Jan van Walré en dr. Martinus van Marum, secretaris van de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen, een man, die behalve op wetenschappelijk terrein een belangrijke rol speelde bij de opbouw van de col lecties van Teylers Stichting. Beiden werden in december 1837 op Overveen begraven. Van Marums grote zerk bevindt zich thans in de cour van het gebouw Spaarne 17, de zetel der Maatschappij. Het duingebied rond Overveen en verder naar Bloemendaal was in 1805 met het hele Elswout-bezit van de regentenfami lie Boreel overgegaan in handen van de Amsterdammer Wil lem Borski (1765-1814). Als makelaar begonnen en al spoe dig groot koopman en bankier-financier, behoorde hij tot een nieuwe categorie van burgers, die met geldhandel tot grote welstand was gekomen, een homo novus. Ondanks alle revo lutionaire ideeën die in zijn tijd opgeld deden, was hij er zich terdege van bewust dat grondbezit nog altijd een machtsposi tie betekende en aanzien verschafte. Behorend tot de voor naamste ingezetenen van Amsterdam en één van de zes hoogst aangeslagenen, kreeg hij dan ook in 1811 tijdens Na poleons bezoek aan ons land inkwartiering in zijn huis aan de Keizersgracht van de generaal Edouard comte Colbert (1774— 7i

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1992 | | pagina 71