Front van de grafkelder der
familie Van der Vliet-Borski op
de Algemene Begraafplaats te
Bloemendaal. De zware
deksteen voor de ingang wordt
door bronzen bouten met ringen
op zijn plaats gehouden.
Daarboven de wapens: Van der
Vliet en Borski. Ter
weerszijden van de ingang,
ingebeiteld op hardstenen
platen, de namen der
overledenen. Bovenop rijst uit
een rotsblok als zinnebeeld een
stenen kruis. De kelder werd in
1884/85 gebouwd op de oude
begraafplaats te Overveen en is
omstreeks 1918 overgebracht
naar Bloemendaal. (foto: J.S.M.
Vrijland, 1919)
1854), die tot 's keizers gevolg behoorde.
De inlijving van ons land bij Frankrijk in 1810 had mede tot
gevolg, dat ook in de Hollandse departementen van kracht
werd het decreet van 23 Prairial An xn (naar onze kalender
mei/juni 1803). De dichter Fabre-d'Eglantine had de poëti
sche namen van de republikeinse tijdrekening bedacht. Dit
decreet bepaalde, dat niet langer in de kerken mocht worden
begraven. Al tegen het einde van de achttiende eeuw was
daartegen om gezondheidsredenen geijverd. Overal werden
nu teraardebestellingen in de open lucht op kerkhoven en be
graafplaatsen verplicht.
In het jaar waarin Napoleons 'Grande Armée' door de Russi
sche winter werd vernietigd, kwam bij Borski het plan op
langs de Bloemendaalseweg, bij of aan den Dorpe Overveen
of Tetterode, een stukje duin te bestemmen voor begraaf
plaats. Uiteraard viel ook voor hem en zijn familie aan begra
ven in de eigen grafplaats in de Amsterdamse Nieuwe Kerk
72