het plan algemeen bekend gemaakt onder de mededeling te
vens, dat als het geen genoegzame deelneming zou vinden,
Borski van de uitvoering ervan zou afzien. De begraafplaats
leek voornamelijk opgezet en ingericht voor lieden uit de ei
gen kring. De ene helft zou voor protestanten, de wederhelft
voor rooms-katholieken worden bestemd, maar beide catego
rieën zouden aan dezelfde regels onderworpen zijn. Het
enigszins exclusieve karakter van de begraafplaats kwam ook
tot uitdrukking in de begraaftarieven. De prijzen voor het
recht tot begraven in zandgraven of grafkelders waren niet
gering. Een enkel graf, drie diep, kostte 45,-, een grafkelder
voor twaalf lijken 600,-. Er zou een fonds worden gesticht,
waarin de verschuldigde bedragen moesten worden gestort.
Hiemit zouden het onderhoud van de begraafplaats en de ad
ministratie worden bekostigd. Een deel der gelden uit dit
Fonds moest worden belegd in wei- en teelland. Door de man
wiens leven aan de geldhandel gewijd was, werd ook deze
zaak uit een commercieel oogpunt beschouwd en dienover
eenkomstig opgezet. Toch was een charitatieve bepaling niet
vergeten. Voor ieder ter begraving ingebragt lijk moest één
gulden worden gestort in de Overveense 'Armenbos'.
Het beheer van de begraafplaats, de zorg voor het onderhoud,
de verkoop van graven/grafkelders, het bijhouden van be-
graafregisters enz. kwamen te berusten bij een drietal door
Borski 'gequalificeerden': Jan Willem Druyvesteijn, hiervoor
al ter sprake gekomen, stichter ook van het Overveense
'Duinlust', de Haarlemse notaris Willem Arnoldus Haselaar
en de uit Bergerac stammende Amsterdamse makelaar, te
vens kapitein der schutterij Pierre Géraud van Herengracht
627. Wie dat wilde, kon Monumenten, Eerzuilen, Inscriptiën
of diergelijke op de graven aanbrengen, mits van de vereisch-
te soliditeit en goedgekeurd door Willem Borski.
Nog geen enkele gegadigde had zich gemeld, toen op 26 ok
tober 1813 - de Volkerenslag bij Leipzig was gestreden - op
de buitenplaats 'Oosterhout' onder Heemstede, nu Haarlem,
Anna Magdalena van Hasselt op 39-jarige leeftijd overleed.
Ze was de echtgenote van Marcus Broen Marcelluszoon
(1769-1850), een Amsterdamse makelaar, later een aanzien
lijk koopman op de West, commissaris tot de ontvangst van
de 100ste penning, lid van Fa. Broen Co. en lid van de ge
meenteraad van Amsterdam. Broen woonde toen op Heren
gracht 58. Hij was van Borski een zakenrelatie, maar, naar
het lijkt, ook door vriendschapsbanden met hem verbonden.
In 1803 had hij 'Oosterhout', dat bijna steeds in Amsterdam
se handen was geweest, gekocht, 's Zomers vertoefde hij hier
met zijn gezin, vaak tot diep in het najaar. Van oudsher had