aarde neergelaten of in een kelder bijgezet. Nu werd het hele proces van achteren naar voren in gang gezet. De kelders moesten ontsloten, de graven geopend worden en de doden eruit gelicht, een huiveringwekkend karwei. Veel kisten wa ren aan vernieuwing toe. Weer werden op de nieuwe dood kisten de koperen, soms zilveren naamplaten aangebracht. Niets dat onontbeerlijk werd geacht voor een plechtige herbe grafenis ontbrak: lijkkoetsen, zwarte paarden met kleden be hangen, betreste koetsiers met steken op. De doden werd de verschuldigde eer bewezen. Zo waren zij gereed om lang zaam weg te gaan naar hun nieuwe grafplaatsen. Het kerkhof op Overveen bleef ontredderd achter. Na verloop van tijd werd het geëgaliseerd, met trottoirtegels bedekt, van straatverlichting voorzien en bestemd voor mstplaats van au tomobielen. Ook ten besluite moge de man geciteerd worden die als geen ander op aartsvaderlijke toon - zij het menigmaal in zoutloos gerijmel - lessen gaf voor alle omstandigheden des levens: Ey siet doch watje zijt, en hoe Uw leven sluyt, Het komt al op een kuyl van seven voeten uyt. Bronnen Archief gemeente Bloemendaal Archief mevrouw N. de Jong Schouwenburg-Brandt W.J.J.C. Bijleveld. Brieven van, aan en over Willem Borski I. (1765-1814). Leiden, 1943. I.H. van Eeghen e.a. Vier eeuwen Heerengracht. Amsterdam, 1976. G.F. Gijsberti Hodenpijl. Napoleon in Nederland. Haarlem, 1904. P. Hoekstra. Bloemendaal, proeve ener streekgeschiedenis. (Academisch proefschrift Amsterdam). Wormerveer, 1947. F.J.E. van Lennep. Een weduwe aan de Amsterdamse beurs. Groningen, 1973. A.M.G. Nierhoff. Bloemendaal, lanen en wegen. Haarlem, 1963. A.J. Veenendaal. Oosterhout. Haarlem, 1946. C.W.D. Vrijland. 'Duiulust' [1]. In: Jaarboek Haerlem 1949, pp. 67-74. 77

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1992 | | pagina 77