Manke duivel Maar de speldeprikken van de Spectator en het Humoristisch
Album zijn maar kinderspel in vergelijking met de mokersla
gen die het kritische weekblad Asmodée uitdeelt. De lezer
wordt daar een blik gegund achter de fajade die de brave bur
gerlijke persorganen helpen oprichten.
Asmodée is de naam van een manke duivel die door de mu
ren en de daken heen kan kijken en die derhalve over allerlei
informatie beschikt die normaliter in het duister blijft. De dui
vel is de naamgever van een gerenommeerd oppositie- en
schandaalblad.
Op 17 juli 1861 bevat Asmodée een artikel met de titel De In
dustrie-prei te Haarlem. De aanhef van het artikel relativeert
de opgetogen verslagen van de correspondent van de nrc
duchtig. Het Venetiaanse gondelfeest vertoonde aken en vlet
ten en zand- en modderschuiten en pramen, maar geen enkele
gondel (wat de afbeelding in het Nederlandsch Magazijn ook
moge suggereren). Dat Oostenrijkse muziekcorps werd zo
duur betaald, dat de leider ervan vijfhonderd gulden aan de
armen kon geven gelijk men een paar kwartjes aan de dienst
boden geeft als men ergens gelogeerd heeft. De prins, die van
plan was enkele dagen in Haarlem te blijven, verliet de stad
weer na een paar uur, omdat men verzuimd had appartemen
ten voor hem in gereedheid te brengen 3). Het concert dat op
8 juli in de Hertenkamp gegeven werd door een Oost-Prui
sisch orkest werd een chaos omdat in de buurt ook allerlei
draaiorgels zich lieten horen. En wat die illuminatie betreft:
het Hertenkamp was in de rondte verlicht, maar de Hout zelf
was geheel duister, en dit had tot gevolg, dat er velen strui
kelden of tegen boomen aanliepen, zoodat zij zich deerlijk be
zeerden en denzelfden avond nog de hulp van de heelkunde
moesten inroepen, terwijl er ook velen, zeer velen struikelden
en VIELEN, welke dezelfde hulp misschien al mede noodig zul
len hebben maar dan eerst-over negen maanden...
Asmodée deelt niet de overtuiging dat de nijverheidsfeesten
gunstig zijn voor Haarlem. Voordeel zullen ze slechts bren-
De afvaart van het gondelfeest
zoals die werd afgebeeld in
Tentoonstelling-Nieuws nr 3.
86