Asmodée vindt het onredelijk dat de ingezetenen de rekening moeten betalen voor de geldverkwisting van de bestuurders. Hij hoopt dat jonkheer Mozes Salvador weer een plaats zal krijgen in de raad 6) om daar het noodzakelijke tegenspel te bieden. Op 6 november 1861 komt Asmodée nog eens op de zaak te rug. Het tekort dat meteen al te voorspellen was, werd be loond met een zilveren geschenk aan de burgemeester. Om dat de algemene aandacht op de zaak gevestigd werd, lukte hiet niet om het tekort op de gemeenteraad te verhalen. Men moest het over een andere boeg gooien. Het Haarlemsch Weekblad roemt de edele mannen die de burgerij voorgaan in het vrijwillig beschikbaar stellen van een bijdrage om het te kort te derven. Maar de duivel herinnert eraan dat deze edele mannen - leden van de feestcommissie - weliswaar honderd of tweehonderd gulden beschikbaar stellen, maar dat ze daar mee hopen anderen tot bijdragen over te halen, waardoor ze niet zelf voor het hele tekort aansprakelijk worden. Baatzuch tige edelmoedigheid dus. Jonkheer Salvador, die de kat de bel aanbond en de burgerij voor een nieuwe belasting behoedde, wordt door het Haar lemsch Weekblad verweten dat hij in troebel water vist. Maar wie, zo vraagt Asmodée, heeft het water troebel gemaakt? Verdere rapportage over deze zaak komt, voor zover ik weet, niet in het blad voor. Tot slot nog dit: de carrière van de burgemeester werd door de zaak niet geschaad. Die bleef crescendo gaan. Hij werd burgemeester van Amsterdam, minister van binnenlandse za ken en tenslotte commissaris van de koning in Zuid-Holland. Literatuur Zie behalve de in de tekst genoemde literatuur ook: Catalogus der algemeene nationale tentoonstelling. Haarlem 1861. Tweede druk en het Verslag uitgebragt door de Jury van beoordeeling. Beide publikaties verschenen in 1861 bij de Erven Loosjes. Noten 1. Getallen ontleend aan de elfde aflevering van Tentoonstelling- Nieuws, p. 178. 2. Bedoeld zijn de grove houtsneden annex gedichten die nacht wachten met nieuwjaar aanboden bij het ophalen van fooien. 3. Wellicht heeft een en ander de prins ervan weerhouden later naar Haarlem terug te keren voor de prijsuitreiking van de tentoon stelling. Ietwat cryptisch heet het in het verslag van de uitrei king: De Commissie had gewenscht de Eereblijken uit te reiken bij, of kort na de sluiting van de Tentoonstelling. Zij kon echter 90

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1992 | | pagina 90