Een tramtrein uit Zandvoort
passeert op weg naar Haarlem
het viaduct over de spoorlijn
Haarlem-Leiden. Op de
achtergrond nadert een
stoomtrein richting Leiden;
ongeveer 1904.
De te volgen routes kunnen we als volgt nader beschrijven.
Beginnende met de Ceintuurlijn, waarvan de in beide richtin
gen te berijden route haar beginpunt zou krijgen op het Sta
tionsplein. Deze liep via Jansweg, Jansstraat, Riviervismarkt,
Klokhuisplein, Damstraat, Spaarne, Turfmarkt, Kampervest
en Kleine Houtweg naar het Brongebouw aan de Paviljoens
laan. Vandaar stak de baan schuin over het open veld van
het Provinciehuis naar de Dreef en liep vervolgens via Haze-
paterslaan, Wagenweg, Koninginneweg, Wilhelminapark,
Kinderhuisvest, Kenaupark en Rozenstraat naar het Stations
plein.
De lijn naar Zandvoort had haar Haarlemse beginpunt bij het
Herenhek (oostelijk deel van de huidige Tempelierstraat) en
liep verder langs de dank zij de tram ontstane Tempeliers-
straat, Wijde Geldeloze Pad, naar de Leidsevaart. Daar wer
den op een toen nog in de gemeente Heemstede gelegen ter
rein remises, werkplaatsen en een elektrische centrale ge
bouwd. Daarbij had de enet geen geluk: bij de storm op
13 januari 1899 werden gedeelten van de in aanbouw zijnde
gebouwen weggeblazen, hetgeen verder doorwerkte in een
vertraging van het in dienst brengen van de tramlijnen.
Even verderop diende de spoorbaan van de lijn Amsterdam-
Rotterdam te worden gekruist. Het was een eis van de hsm
dat dit niet a niveau mocht geschieden, zodat de enet ge
noodzaakt was een uiterst kostbare hoge brug te bouwen om
de trams verder richting Zandvoort te kunnen leiden. De hsm
had zelfs geëist, dat het viaduct extra hoog moest zijn in ver
band met een eventuele toekomstige elektrificatie van de
spoorlijn, waarbij ruimte moest zijn voor een bovenleiding.
Aan de westzijde van het viaduct liep de tram grotendeels op
eigen baan, iets ten noorden van de straatweg naar Zandvoort
95
