werd er een Hoofdcommissie gevormd - in dit geval geves
tigd te Den Haag - en werden daarnaast plaatselijke com
missies opgericht. In februari 1853, zo schreef Asmodée,
meldde de plaatselijke Haarlemse commissie, dat volgens
opgave van de hoofdcommissie, het benodigde geld bin
nenkort bijeen zou zijn:
Twee jaren zijn sedert verlopen; er is gelijk dit gebruikelijk
is, veel gesproken over de oprigting van het bedoelde
standbeeld, maar bitter weinig uitgevoerd... De Hoofd
commissie had plaats genomen in de oud vaderlandsche
en. trekschuit... Ieder was intusschen van meening dat bedoel-
id- de hoofd-commissie, in bedoelde trekschuit gezeten, toch
"tig eindelijk dit jaar met het gewenschte standbeeld in Haar-
er- lem zou arriveeren... Onderweg schijnt de Commissie ge-
At durende die twee jaren echter zoo dikwerf "aangelegen" te
ol- hebben, dat zij de wachtenden nu onlangs verblijd heeft
ige met het berigt dat de noodige fondsen tot geheele voltooij-
ing ing harer taak nog niet bijeen zijn... Hoeveel er te kort
;en komt, dat wordt niet gezegd, en dat gaat ook niemand aan:
ie- er komt te kort en dat is genoeg... Men mag op nieuw bij-
ele dragen storten en zich streelen met het vooruitzigt dat we-
t is der over twee jaren een repetitie zal plaats hebben van het
dat lied, dat nu gezongen wordt...
en. Met deze voorspelling had Asmodée ongelijk. In 1856
'an werd het beeld wel degelijk onthuld. Op 21 mei 1856 be
richtte Asmodée dat het gegoten beeld van Louis Royer in
Haarlem was aangekomen en op zijn voetstuk was ge-
rs- plaatst:
tiet De heer Coster is echt Hollandsch warmpjes in stroo ge-
ig- wikkeld en ziet er uit als een gele beer, die op zijn achter
en pooten staat... Met zijn posteriori naar de Kerk gekeerd, is
;k- zijn gelaat gerigt op het schavot4> dat hij met uitgestrekten
id- arm schijnt te tarten... Achter hem staat het oude stand-
li. beeld, dat, veel kleiner dan het nieuwe in stroo gewikkelde,
)p- eene dichterlijken Haarlemiet aanleiding heeft gegeven tot
ld- het vervaardigen van eenen tragi comischen treurzang,
10 welke ten titel zal voeren: lou en louwtje of de groote en
ike kleine coster.
ijk Kritiek op het weinig verrassende karakter van het beeld
moeten we wellicht lezen in dit bericht:
10- Den 15-16 Julij zal het standbeeld van Lourens Janszoon
ro- Coster, zoo het heet, onthuld worden...
jkt De commissie tot de oprigting er van heeft echter begre-
ini pen, dat dit volstrekt geene reden kon zijn om het daarom
op zoolang verborgen te houden; zij heeft zeer juist gerede-
en neerd, dat hier geene verstoring der illusie te pas kwam, en
105