Feesten Dinsdag 15 juli van Coster Junior te gemoet... En Asmodée?... De kreupele duivel zoekt naar uitroepingsteekens... Op 9 juli meldde Asmodée dat de koning niet naar het feest zou komen. Hij liet zich vervangen door zijn broer prins Hendrik. Ook liet men zich niet de gelegenheid ontgaan om te wijzen op de programmering van de voorstelling die het toneelgezelschap van Boas en Judels in Haarlem gaf op 5 juli. Een drama over Coster als uitvinder van de boek drukkunst werd gevolgd door de vaudeville 'Een burge meester in verlegenheid': Om de aardigheid te vatten moet men in aanmerking ne men, dat de burgemeester van Haarlem in groote verlegen heid is gebragt door het feest ter eere van L.J. Koster... Helaas wordt de aard van deze moeilijkheden niet nader uiteengezet. De weigering van de koning om de feesten bij te wonen brengt Vorst Asmodée 1, Beschermduivel der Journalisten, ertoe zelf wèl naar Haarlem te trekken, ook al heeft hij geen uitnodiging ontvangen. Bovendien sommeert hij al zijn on dergeschikten, inclusief loopjongens, zetters en drukkers om zich tijdig en in nuchtere toestand aldaar te vervoe gen. 5) De onthullingsfeesten vonden plaats op 15, 16 en 17 juli. Uiteraard stonden de kranten er vol van en ook het reeds genoemde dikke officiële gedenkboek ontbreekt niet. J.J.F. Noordziek besteedde er 360 pagina's aan. Zelfs Noordziek ontkwam er niet aan enkele malen meding te maken van moeilijkheden die zich tijdens de viering voordeden. Maar leuker dan zo'n deftig verslag zijn natuurlijk de meer kriti sche beschouwingen in humoristisch-satirische organen. Het vervolg geeft een samenvattende potpourri van drie van dergelijke verslagen. 'Drie dagen in Haarlem, 15, 16 en 17 Julij 1856' uit 'De Tijdspiegel', 'Herinneringen aan het Costerfeest' uit 'De Nederlandsche Spectator' en 'Kronyk der onthullinge van L.Jzn. Coster's standbeeld' van Nico- demus Maccabeus uit Asmodée. 6) Van tijd tot tijd zullen deze getuigenissen worden aangevuld met die van anderen, waaronder de 'Costerliedjes' van W.J. van Zeggelen.7) Het anders zo rustige Haarlem was in rep en roer. Vele vreemdelingen, luidende klokken, met groen versierde hui zen, erepoorten en wat niet al. W.J. van Zeggelen laat Coster zijn alomtegenwoordigheid in de stad bezingen met onder andere deze regels: 107

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1993 | | pagina 107