Maar waartoe die natte blikken. Hangend hoofd en kromme knie? Past dan in deze oogenblikken Ons geen vuur en energie? Is 't een uitvaart, die we vieren? Schijnt de fee stzon niet vandaag? Ach, uw druipende banieren Geven 't antwoord op de vraag. Sponsen zijn t, geen feestgewaden, Die u kleven aan het lijf; Houdt den moed toch, kameraden, Denkt: het is eenfeestbedrijf! Mocht die stortvloed u doen wanen: 't Is geen beeld van vroolijkheid - Denkt maar: plengt natuur thans tranen, 't Is van vreugde dat zij schreit! (Uit: 'Huldegroet en stortbad in den Hout') Vanuit de Hout trok de stoet naar de Grote Markt, een boogschuttersvereniging voorop. Vastgesteld moest wor den dat noch de kunst, noch de wetenschap officieel in de stoet vertegenwoordigd waren. Weliswaar liepen hooglera ren als Jacob Geel en Matthias de Vries (de zoon van de Costerkundige predikant Abraham de Vries) mee, en ook letterkundigen als Prudens van Duyse, Sam Jan van den Bergh en W.J. van Zeggelen werden gesignaleerd, maar een vertegenwoordigende plaats in de optocht was hen niet gegund. Die was wel weggelegd voor allerlei schutters en militairen. De letterkundige H.J. Schimmel die namens de tijdschriften 'De Gids' en 'Nederland' had willen meelo pen, kreeg nul op het rekest van de feestcommissie. Het leek kortom meer een feest voor boogschutters en zangers dan voor boekenmensen. Op de melodie van 'Schept vreugde in 't leven' moedigde Van Zeggelen de optocht aan: Braaf, wakkre mannen, Heft het oog weer blij omhoog, Mijdt nu geen plassen - Morgen is t weer droog! Komt, trippelt nu niet uit de reek, Je voeten zijn toch eenmaal week, Maar slobbert ferm door dik en dun: Je bent geen jonge juffers! 111

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1993 | | pagina 111