Geen enkele zitplaats was er gereed gemaakt om van het lange marcheren en staan even uit te rusten. Sommigen vloden naar de bovenzaal en vleidden zich neder op de ge stoelten van Haarlemsch Raadsleden, anderen vielen op den kouden hardsteenen grond neder of leunden tegen de hooge banken in de benedenzaal. Op eens, na lang wach ten, worden de ceremoniemeesters geroepen om met een paar manschappen den wijn en de broodjes te komen afha len. De beweging, die daarop volgde, was verschrikkelijk. Al hortende en stootende moest men zich een weg tot de zaal banen, waar men de afgifte van spijs en drank bewerk stelligde. Uithoofde niemand eene geregelde zitplaats had, was het een rumoer èn beweging èn geschreeuwdat ons hooren en zien verging. In de spijskamer was het niet veel beter gesteld. Spoedig bleek het toch, dat er van alles te kort was. Wel gaf men voor, dat de Vereenigingen in groot eren getale waren opgekomen, dan er was opgegeven, doch het Bestuur der Haarlemsche Vereeniging was het getal toch tijdig genoeg aangekondigd, om gepaste maatregelen te kunnen nemen. Dat dit een en ander eene ontzettende te leurstelling opleverde, kan men zich voorstellen. De cere moniemeesters waren verlegen, om met het weinige, dat hun voor hunne makkers gegeven werd, eene goede rond deeling te doen. Om één voorbeeld te geven, zij het genoeg te zeggen, dat de Utrechtsche vereeniging met zeven en vijftig leden daar ter plaatse was, benevens twee leden, af gevaardigden der Tielsche Vereeniging, die zich bij eerst genoemde hadden aangesloten. Voor dit getal werd den ce remoniemeester tien(!) flesschen wijn, even zoo veel glazen en veertig broodjes afgegeven!Het rumoer wakkerde nog aan. Toch leverde dit alles een schilderachtig gezicht op voor wie het van eene vroolijke zijde wilde beschouwen, want het oude eerwaardige antieke stadhuis geleek op dien oogenblik veel op eene oude ruïne van een burgt, waarin een bende Italiaansche roovers hunnen buit broederlijk en niet broederlijk onder zich verdeelden. De beeldtenissen van de graven Aernout en Diderik zagen gramstorig van den wand neder en schenen ons toe te roepen: "Arme jon gens! in onzen tijd werden onze vasallen beter bedeeld wanneer wij feest vierden!" De organisatie beloofde ijlings vier extra ankers wijn voor de feestmaaltijd later op de dag.9) Maar ook die maaltijd voor de gezellen liep niet goed. Wie aan het boveneind van de tafel zat kon zich tweemaal van alles bedienen, wie lager zat kreeg slechts wat restjes. De Utrechtse typografen namen niet aan deze maaltijd in de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1993 | | pagina 114