MR. C.W.D. VRIJLAND Elswout, grandeur et décadence In het jaarboek 1933 onzer vereniging verscheen als een postume publikatie van de zeven jaar tevoren op 7 februari overleden Haarlemse archivaris C.J. Gonnet een artikel over Elswout. Gonnets vader was knecht geweest van Trou Moet Blycken. Degenen die deze wat vreemde, eenzelvige en vormelijke man niet mochten, behandelden hem dan ook als de zoon van een lakei. In zijn artikel rept hij niet van het tegenwoordige, nimmer volbouwde huis, de logge vierkan te dobbelsteen, van buiten na de laatste 'opknapbeurt' te licht gesaust en te donker geverfd en bovendien beroofd van zijn balustrades om de balkons en op de hoogste ver dieping, die het massale gebouw een nog wat luchtig aan zien verschaften. De bizarre indruk die dit uitheemse, kolossale bouwsel van zandsteen, pleisterwerk en graniet thans bij de beschouwer teweeg brengt, kan geen reden zijn om aan de totstandko ming ervan elf decennia geleden niet enige aandacht te schenken. Daarbij zal de karakteristiek die jhr. F.J.E. van Lennep in zijn 'Een Weduwe aan de Amsterdamse Beurs van Willem Borski m (1834-1884), de beklagenswaardige stichter van dit huis, heeft gegeven, met een aantal bijzon derheden worden aangevuld, dat er mogelijk toe zou kun nen bijdragen diens persoonlijkheid iets te verduidelijken. Het weer was onvergetelijk schoon, maar te warm en te zonnig. Veel fazanten werden misgeschoten. In de voor dat doel verwarmde vestibule van Elswout was een vorstelijk déjeuner aangericht, waarbij ook aanzaten Jacqueline Borski, Marianne Visser 2) en Elise van der Vliet, 3> dit maal zonder haar keffende hondjes. Aldus typeert jhr. mr. M.J. van Lennep (1830-1913) in zijn levensherinneringen een laatste feestelijke bijeenkomst op 19 november 1881 in het oude Elswout tijdens een parkjacht, voordat met de sloop van het oorspronkelijk zeventiende-eeuwse huis werd begonnen. Ook voor de oude knecht Frederik Christi- aan van Schaik was het de laatste keer, dat hij spijzen en 125

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1993 | | pagina 125