Toch had zijn karakter ook andere facetten. Wie in nood
verkeerde, kon altijd bij hem aankloppen. Het aantal armen
dat hij ondersteunde, beliep enkele honderden. Armoede
werd toen nog fatalistisch gedragen. Men toonde zich in het
algemeen plooibaar en was gewend aan een gebogen hou
ding. Verschillende jongens ook volgden een universitaire
studie op Borski's kosten. Opmerkelijk was, dat hij graag
aan lager wal geraakte Amsterdamse grootheden hielp, die
dat niet steeds met dank beloonden, de Witsens bijvoor
beeld, grote potentaten vóór 1795, maar nadien zeer sterk
vervallen. Hierin deed Borski denken aan Voltaire, die me
nigmaal aanzienlijke, in geldverlegenheid verkerende per
sonages leningen verstrekte. Misschien wilde hij op zijn
wijze de nadruk leggen op de macht van het geld tegenover
het privilege van geboorte in een tijd van sociale beweging.
Als een goed en zorgzaam meester had hij allen die op de
dag van zijn overlijden bij hem in dienst waren en dat
waren er enige tientallen - een pensioen toegelegd, levens
lang, tot de jongste staljongen van 15 jaar. Aan zijn enige,
gelijknamige zoon had Willem Borski bij prelegaat Els-
wout in de meest ruime zin nagelaten.
De geboorte van een stamhouder in 1834 was voor hem in
het bijzonder en voor de Borski's in het algemeen een eve
nement geweest. Die enige zoon zou als erfprins behandeld
worden. Ter gedachtenis aan zijn ter wereld komen werd
op Elswout midden in het gezicht op Haarlem in de herten-
baan een bruine beuk geplant. Hierdoor werd nog nadruk
kelijker het wezen van de in oorsprong royale strakke aan
leg miskend, die door de Zochers toch al was aangetast met
een bochtig watertje, waaroverheen een bruggetje, en door
de plaatsing van twee knusse koepels met bloembakken en
wat struikgewas aan elk der einden van de noordelijke pa
rasollaan.
Tweeëndertig jaar oud was Willem jr. in 1867 met de toen
19-jarige Jacoba Johanna van Hoey Smith - voor intimi:
Jacqueline - uit Rotterdam getrouwd, een huwelijk dat een
volslagen mislukking zou blijken te zijn en dat kinderloos
zou blijven. Later, op hoge leeftijd, zou de bruid verklaren,
dat ze ongerept haar tweede huwelijk was ingegaan. De of
ficiële Amsterdamse society vond haar veel te elegant. In
haar toiletten, waaraan zij heel veel tijd besteedde, volgde
zij de Franse keizerin Eugénie na. Het echtpaar woonde te
Amsterdam op Keizersgracht 566 (nu kerkgebouw) en in
het goede seizoen te Overveen op Belvédère.
De jonge Willem Borski was uit geheel ander hout gesne
den dan zijn vader. In feite behoorde hij tot een nieuw type:
127