W. Borski (1834-1884).
Foto J. Schafer, Frankfurt
a/M. (particuliere collectie)
ie capitaliste grand seigneur', eerder uitgever dan spaar
der, toegerust met hoffelijke manieren en welwillendheid,
in het volle besef van hetgeen hij als persoonlijkheid waard
was. Zijn trant van gekleed te gaan was zwierig: vaak een
grijze geklede jas met zilvergrijze revers van zijde, een
enorme grijszijden hoge hoed en een grote plastrondas.
Rijkdom en deftigheid steunden zo elkaar. Van zijn zeven
tiende af was hij een hartstochtelijk jager, visser (hij werd
bijgenaamd oom Pike snoek) en vinker, maar wel iemand
met het juiste inzicht. Naar zijn eigen woorden: wie een ge
weer in handen heeft, gaat met zijn vijand om.
Zijn inkomsten uit de oude compagnieschap Weduwe Wil
lem Borski en uit hetgeen de vorige generatie hem in een
prachtig fortuin had nagelaten, stelden hem in staat zijn
neiging tot een weelderige levensstijl te volgen. Ook waren
128