Jacoba Johanna Borski-Van Hoey Smith (1848-1932) in haar parkphaëton. Foto A. Greiner, Amsterdam, ca. 1880. (particuliere collectie) er nog niet die exorbitante belastingen, die na 1918 langza merhand de eigenaars van hun buitenverblijven en land goederen zouden verdrijven en velen hunner dienaars bro deloos zouden maken. Wel ledigde soms een inbreker de brandkast, maar de fiscus drong in elk geval nog niet bin nen. Even genereus en royaal als zijn vader was Willem jr. voor hen die hulp behoefden. Hij bestemde grote sommen gelds voor liefdadige doeleinden. Via zijn jachtvriend, de reeds geciteerde jhr. M.J. van Lennep. schonk hij jaarlijks tienduizenden guldens weg, bijvoorbeeld aan de gestichten van ds. Van Dijk te Doetinchem. Hel lag dan ook voor de hand, dat Willem Borski op Els- wout, dat hem zeer lief was, een eigen stempel wenste te drukken: een nieuw huis van vorstelijke allure met moder ne stal- en dienstgebouwen, omgeven door een weids park met ruime waterpartijen, reikend tot over de wegen die het omringden, met een boerderij voor veertig stuks vee, een oranjerie, warmoes- en fruittuinen, met kassen, waar ana nassen groeiden, kanteloeps en andere exotische vruchten, alles ingericht naar de toen nieuwste inzichten. Tenslotte een verversingssysteem, dat in de stilstaande wateren van de plaats doorstroming moest teweegbrengen. Ambitieuze plannen, die mensen vereisten met deskundigheden en ge schiktheid daartoe. Voor de gebouwen viel de keuze op de architect C. Muysken (1843-1920), een der voornaamste voorstanders van de renaissance-richting in de bouwkunst. Hij had van zijn bekwaamheid bewijzen geleverd: het huis Oud-Wassenaer te Wassenaar voor 's konings stalmeester i.b.d. C.J. van der Oudermeulen. Voor Borski's oudste zus ter Johanna Jacoba, gehuwd met David van der Vliet, was 129

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1993 | | pagina 129