boerderij en haar inrichting vond Borski naast Muysken een bekwame mede-adviseur in mr. D. Visser, heer van Hazerswoude (1830-1890), eigenaar en bewoner van het toen nog Heemsteedse Westerhout, een snedig man met een praktisch vernuft. Alle plannen konden vanzelfsprekend pas tot uitvoering komen na Borski's instemming, maar herhaaldelijk bleef die uit. Niet alleen waar het details betrof veranderde hij van mening. Tweemaal zelfs wenst hij een huis van een ge heel andere bouwstijl dan waartoe aanvankelijk was beslo ten. Ziekte van de rentmeester en diens langdurig verblijf in Carlsbad (nu Karlovy Vary, Tsjechië) veroorzaakte nog meer stagnatie. Uiteindelijk gaf Borski de voorkeur aan een neo-renaissan- cistisch paleis met dubbele terrassen, dat misschien aan de Franse zuidkust een goed figuur zou hebben geslagen. Toch aarzelde hij nog. Daarom werd eerst de voorgevel van het gebouw levensgroot neergezet, een beschilderd houten schot, waarop de deur- en raampartijen, de zuilen, het bor des en de balustrades waren aangegeven, alles in kleur. Zo kon hij zich een duidelijk beeld vormen. Die schijnfa?ade stond slechts enkele dagen. Het gevaarte, wiebelend mee buigend onder de druk van de wind, werd toen snel afge broken. In mijn kindsheid heb ik er nog delen van gezien. Het huis, waaraan sinds de zeventiende eeuw iedere vol gende generatie het hare had bijgedragen en waar het leven intens was geleefd, was in 1882 afgebroken. De slopers hadden de opdracht hier en daar delen van de opgaande buitenmuren tot aan de eerste verdieping te laten staan, die dan later weer aan het nieuwe muurwerk moesten worden verheeld, dit uit vrees, dat het grondoppervlak van het nieu we huis niet exact dezelfde afmetingen zou hebben als die van het oude. Nog tot 1940 waren die muurresten, hier en daar zelfs beplakt met het oude behangselpapier, waar neembaar. Onder leiding van de architect werd de uitvoering van het bouwwerk ondernomen door de Amsterdamse aannemers firma Cerlijn De Haan met tientallen arbeiders. Terzelf der tijd werd een begin gemaakt met het optrekken van de oranjerie. Het min of meer koepelvormige middengedeelte ervan zou worden bekroond met een Floragroep. Binnen was het bestemd voor wintertuin. Er boven welfde zich een imposant zwaar gestuct plafond in een weelderige pseudo- barokke stijl. De beide zijgedeelten, elk geflankeerd door serres voor varens en fijne planten, waren bestemd tot ber ging in de winter van oranjebomen en laurieren in houten 131

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1993 | | pagina 131