Wilsonsplein vanaf de Leidsevaart gezien naar het oosten, voor de bouw van de stadsschouwburg, circa 1910. (Gemeentearchief Haarlem, topografisch historische atlas) lö® den beide dagbladen bijna dagelijks nieuws te melden. Ach, hoe vergelijkbaar met nu. De Bloemendaalse archi tecten Mulder en Van Asdonk meldden zich het eerst. Zij achtten het Wilsonsplein te klein van omvang met als ge volg een benauwd en bekrompen gebouw. In het landelijke weekblad Architectura verscheen onder het pseudoniem IJ.IJ. een artikel, waarin werd geopperd dat de gemeente raad door een wedstrijd tussen Nederlandse architecten zou moeten laten uitmaken wie de beste schouwburg voor een kwart miljoen zou kunnen ontwerpen. De recensist van het Haarlems Dagblad deed daar schamper over. Hij stelde dat dan de strijd over het beste en het mooiste pas goed zou los branden. Immers, zo schreef hij heeft de ervaring geleerd dat het bekroonde ontwerp dan juist het minst van alle in aanmerking had behooren te komen. Bovendien, en dat was een nieuw aspect, constateerde hij op eenvoudige wijze dat er in de hele stad geen geschikter plek dan het Wilsonsplein was. Daar immers was een open ruimte aan de tramlijn ge legen. De kunstschilder J. Merkelbach gaf daarentegen de voorkeur aan het Kenaupark als bouwlokatie en vijftien vooraanstaande Haarlemse winkeliers uitten zich juist weer lovend over het voorstel van b w en steunden dat van harte. De Haarlemse architect J.B. van Loghem deed het zelfde in het Bouwkundig Weekblad. In de breed gevoerde maatschappelijke discussie komt één aspect regelmatig naar voren. In de nabijheid van een grote stad als Amsterdam met de daar aanwezige hoeveelheid culturele voorzieningen zagen velen een nieuwe schouw burg in Haarlem niet zitten, men ging immers voor de gro tere produkties toch naar Amsterdam. De veel bekritiseerde te kleine bouwlokatie aan het Wilsonsplein zou daarin geen 145

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1993 | | pagina 145