verandering brengen, zo werd voorspeld. De Haarlemmer J. van Dam liet daar geen onduidelijkheid over bestaan en liet zich in de Stads-Editie van 2 juni 1914 als volgt uit: Dat een nieuwe schouwburg personen naar Haarlem zou trek ken is rondweg gezegd een dwaasheid. Met evenveel recht zou men kunnen zeggen, dat Haarlem een dierentuin moet hebben, want er gaan jaarlijks toch duizenden personen naar Artis, en heusch ook dat zou hier overbodig zijn. Daar stelde een abonnee van het Haarlems Dagblad in Bloemen- daal weer tegenover dat juist een goede schouwburg voor de bewoners van de omliggende kleinere gemeenten zeer welkom zou zijn. En dan waren er nog velen die tegen de bouw protesteerden omdat ze van mening waren dat de schenking anders besteed moest worden en de gemeente zeker geen extra middelen in de nieuwe schouwburg moest steken. Hun voorkeur ging uit naar verbetering van straten en verlichting in de stad en talloze andere, volgens hen ach terstallige zaken. De eigenaren van de huizen aan het Wil- sonsplein heten zich, behoudens de kwestie rond het ver meende servituut, tot nu toe slechts af en toe horen. Zo schreef in juni 1914 J. de Koek een ingezonden brief naar de Stads-Editie. Hij stelde dat met het gedeeltelijk bebou wen van het Wilsonsplein het overige gedeelte het aanzien van een plein zou verhezen en dat zelfs het bewuste stads kwartier veel van het schoons zou kwijtraken, b w voer den daar tegenin dat daarmee wel degelijk rekening was gehouden door de nieuwe schouwburg zo ver mogelijk naar achteren te projecteren. De discussie reikte over de stadsgrenzen heen en hield ve len in Nederland bezig. Wat hierna volgt is slechts een greep uit de zeer vele reacties. Tussen de regels valt hier een daar ook zorg te constateren aangaande de gulle gever. Tenslotte ging het toch nog altijd om een schenking van een kwart miljoen gulden particulier geld aan de Haarlemse gemeenschap. Het verslag van een gesprek dat een recen- sist van het Haarlems Dagblad omstreeks 15 mei 1914 met de secretaris van de gemeentelijke Arnhemse schouwburg commissie voerde eindigde als volgt: wat de secretaris in z n verbazing uitgeroepen had toen ik 'm vertelde dat er in Haarlem menschen zijn die een gift van een kwart millioen willen weigeren...Herhalen zal k het maar niet - het was geen compliment. Aldus een reactie op de vuile Haarlemse was die in Arnhem te drogen hing. Dat de gulle gever een stroom van positieve én negatieve reacties verwachtte is mogelijk de oorzaak geweest voor zijn eis tot anonimiteit. Het waren natuurlijk de financiën die uiteindelijk de lijn

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1993 | | pagina 146