er
ïn
at
k-
ht
et
'n
ar
a-
tr
;r
le
le
te
st
n
ï-
[-
r-
n
s
r
r
t
Financiële consequenties
van de discussies bepaalden. De Haarlemse gemeenteraad
stond voor een aantal dilemma's. De schenking weigeren
zou, politiek gezien, natuurlijk heel dom zijn. Domweg ja
zeggen, nog veel dommer. Maar wat was wijsheid? Ten
slotte was gaandeweg uit de breed gevoerde maatschappe
lijke discussie wel duidelijk geworden dat aan het voorstel
flinke financiële consequenties kleefden. In het Algemeen
Handelsblad van 13 mei 1914 verscheen op beeldende wij
ze een 'gelijkenis': Een heer, die aan lagerwal was ge
raakt, ontmoette eens een rijken vriend, die hem een nieu
wen overjas aanbood ter vervanging van het oude
kleedingstuk, waarmede de ander zich uit nood behielp.
Aan dit aanbod werd echter de voorwaarde verbonden, dat
den jas door den kleedermaker van den rijkaard, van stof
en van snit naar diens smaak zou worden gemaakt. De
arme vriend dankte den milden gever hartelijk. Doch toen
de rijkaard vervolgde, dat hij alleen bereid was, een deel
van des kleedermakers rekening te betalen en het overige,
wat niet weinig zou zijn, voor rekening van den begiftigde
zou komen, betrok diens gezicht. Hij vroeg zijn vriend, hem
liever het bedrag ter hand te stellen, dan kon hij bij ver
schillende kleedermakers gaan zien, waar hij er het best
een jas voor zou kunnen krijgen. Doch de rijke vriend had
daar geen ooren naar, en de aan lagerwal geraakte heer
loopt nog altijd in zijn ouden jas. De moraal van het stuk is
dat wie betaalt het voor het zeggen heeft. De schrijver van
het stuk zag wel in dat een dergelijke kritiek niet bepaald
bevorderlijk was voor de lust tot schenken. Daarentegen
merkte hij op dat voorwaarden soms veel van het genoegen
om te ontvangen konden bederven en dat schenkers meer
dank te verwachten hadden naarmate zij minder voorbe
houd zouden maken. Ook hier gaat de gelijkenis met onze
tijd op. Het zijn alleen geen burgers meer die hun
(privé)vermogen in Haarlem investeren maar projectont
wikkelaars. De boodschap blijft wat mij betreft hetzelfde.
Op 9 juni 1914 verscheen een preadvies van b w. De
grootste zorg betrof de inrichting van de nieuwe schouw
burg die de gemeente voor haar rekening diende te nemen.
Dat werd voorzichtig geschat tussen de zeventig- en hon
derdduizend gulden. Maar er waren ook geluiden die in de
buurt van twee ton kwamen. Een tweede belangrijke twijfel
ontstond over de toereikendheid van de schenking. Was
daarvoor wel een nieuwe schouwburg te realiseren? Wat
dat laatste betreft nam de schenker de onzekerheid weg
door in het preadvies van b w te laten opnemen dat de
147
0
ir
i-
1
i
i
i