was natuurlijk het meest gevoelige aspect in de hele discus
sie voor de heren politici.
Uiteindelijk werd met 19 stemmen voor en 11 tegen het
preadvies van b w door de gemeenteraad overgenomen
en stond niets de bouw van een schouwburg op het Wils-
onsplein meer in de weg. Nou ja, niets?
Ingezonden reacties De eerste ingezonden brief na het raadsbesluit dateert van
19 juni. De briefschrijver opperde dat in de tekorten zou
kunnen worden bijgedragen door enthousiaste schouw
burgbezoekers. Dan zouden ook de tegenstanders van het
voorstel zich wel met het besluit verzoenen. Bewoners van
het Wilsonsplein, de Oranjekade en een deel van de Leid-
sevaart bundelden de krachten en richtten een bezwaar
schrift aan Gedeputeerde Staten. Tevergeefs, want een
maand later, op 15 juli, gingen Gedeputeerde Staten met
het raadsbesluit akkoord. Een andere briefschrijver verweet
de gulle gever dat de bewoners van het Wilsonsplein voor
het grootste deel van het jaar beroofd zouden zijn van zon
neschijn in hun woningen, dus ook voor hun kinderen en
dat voor wie weet hoeveel geslachten.
Inmiddels bleken piketpaaltjes in het park de omvang van
het nieuwe gebouw aan te geven. Een bewoner van het
Wilsonsplein reageerde daar zeer verontrust op en schreef
burgers van Haarlem, gaat nu eens zien welk stadsschoon
wij zouden moeten ten ojfer brengen zonder nog van het
geldelijke te spreken, wat ook de meeste ingezetenen wel
moeten begrijpen en als wij toch zien gebeuren wat, als
men een blijk over het plein slaat bijna niet mogelijk kan
zijn, dan is niet één bouwondernemer meer veilig en raad ik
elkeen aan voor hij iets onderneemt, van de gemeente zwart
op wit te verzoeken dat plein of straat of gracht of park zoo
zal blijven. Op 4 juli nam een Haarlemmer de wethouder
van financiën op de korrel en hekelde het beleid in het alge
meen. Zo vroeg hij of B w en het merendeel van de ge
meenteraad rekening hadden gehouden met een groot aan
tal inwoners die niets voor een nieuwe schouwburg
voelden en of er geen belangen van particulieren werd ge
schaad. De slechte financiële toestand van de gemeente
werd onder de aandacht gebracht en schrijver stelde: Men
behoeft waarlijk geen profeet te zijn om te voorspellen dat
die schouwburgzaak nog menigmaal in den Raad zal wor
den aangeroerd.
Op 17 juli meldde de krant dat een adres aan de koningin
zou worden gezonden met het verzoek het besluit van Ge
deputeerde Staten te vernietigen. De volgende dag riep een
152