sprake van het voornemen het gehele werk stil te leggen. De oorlog vertraagde namelijk de aanvoer van bouwmate rialen. Bovendien verbood Duitsland de uitvoer van ijzer en cement. Prijzen van bouwmaterialen rezen de pan uit. De prijs van een eenheid cement was gestegen van 18- tot 65,-. Voor draadnagels die voor de oorlog per eenheid 7,- tot 14,- kostten moest nu circa 95,- betaald wor den. En daarin was natuurlijk niet voorzien toen het aange boden bedrag van de gulle gever werd aanvaard. In een in terview deelde Van der Steur mee dat het mogelijk zou zijn ruiten en nooddeuren met voorrang aan te brengen. Aange zien het gebouw onder dak was zouden, bij goed onder houd door de gemeente, de werkzaamheden voor langere periode gestaakt kunnen worden. Het Haarlems Dagblad refereerde aan de fabriek van Wilson, die, wegens een geschil met de gemeente, min of meer op deze plek leeg was komen te staan tot deze fabriek als bouwval de omgeving ontsierd had. Hing dit lot nu ook het Wilsonsplein boven het hoofd? Maar natuurlijk was de oplossing meer geld te vragen aan de gulle gever. Maar wat te doen als hij dood zou zijn? Dit laatste was een opmer king, waaruit kan worden afgeleid dat de journalist méér wist, zoals later zal blijken. Op 9 juni 1917 meldde het Haarlems Dagblad dat de bouw nog steeds vorderde. In een gesprek met aannemer Saeys bleek wel dat dat een moeizaam proces was. Reeds inge kocht materiaal werd verwerkt, nieuw werd niet meer aan geschaft. Dat zou de totale bouwkosten teveel negatief beïnvloeden en daarmee de afbouw. Daaromzei de heer Saeys bouw ik voort en maak de romp zoo goed mogelijk af, totdat ik een boodschap van professor Van der Steur krijg: Stoppen! Zo ver is het niet gekomen. Op 4 september 1917 was het exterieur grotendeels gereed, evenals, binnen, de foyer, het toneel, de gangen en het souterrain met de dienst vertrekken. Het artikel eindigde bemoedigend: Zoo ziet men overal op het werk vooruitgang en dat de voltooiing thans wel met rassche schreden nadert, bleek ons uit de meededeeling, die de heer Saeys, de aannemer van het werk, ons deed, namelijk dat hij met Nieuwjaar van het Wilsonsplein vertrokken hoopt te zijn. In de daarop volgen de maanden gingen er weer geruchten dat het geld op was en de bouw opnieuw stagneerde. Deze kwam blijkbaar weer op gang en 'iemand' hoorde dat meer geld beschik baar was gesteld. Waar dat vandaan kwam wisten alleen de architect en de burgemeester, maar die zwegen, zoals ze al die jaren gezwegen hadden over de gulle gever. 157

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1993 | | pagina 157