zegd wordt dat het van buitenaf bereikbaar is voor paard én
wagen voor de aflevering van decorstukken. Welaan,
schrijft de krant, het spel kan beginnen.
Op 30 september 1918 was het dan zo ver. Het Haarlems
Dagblad meldde die dag: Vanavond zullen op het Wilsons-
plein de lichten aangloeien en de deuren wijd opengezet
worden ter ontvangst van de feestelijke schare, die in bree-
den stroom naar den nieuwen Stadsschouwburg zal optrek
ken. Dat is een gebeurtenis waarnaar nu gedurende ruim
vier jaar is uitgezien. Eindelijk is het schitterend schouw
burg-geschenk gereed en met groote erkentelijkheid geden
ken wij den gever, die er prijs op heeft gesteld, om onbe
kend te blijven, bedoelend alleen de stad Haarlem te
verrijken met een goed ingerichten schouwburg.
De volgende dag gaf het Haarlems Dagblad een zeer uitge
breid verslag van de eerste avond. Buiten al was de indruk
grootsteedsch. De in dicht gesloten reeks aanrollende equi
pages, ataxen en huurrijtuigen reden over den glooienden
oprit vóór de drie witte deuren op en zetten daar hun lichte
en zwaardere lasten af, waarna de voertuigen langs den af
rit wegzwierden. Buiten stonden rijen kijkers te zien naar t
licht en 't gebouw en de bezoekers die in de ruime voorhal
verdwenen. Aanwezig waren de commissaris van de Ko
ningin, jhr. mr. dr. A. Röell, de leden van het dagelijks be
stuur van de stad Haarlem, de leden van de schouwburg
commissie en, als bijzondere gast, Frederik van Eeden. Na
het spelen van het Wilhelmus volgden enkele sprekers.
Als eerste sprak burgemeester Sandberg grote dank en hul
de aan de gulle gever uit en zag de schouwburg als een ere-
monument voor dat geschenk. Hij dankte architect Van der
Steur en aannemer Saeys voor hun inzet en doorzettings
vermogen. Vervolgens verklaarde hij de schouwburg voor
geopend en droeg het gebouw over aan de voorzitter van de
Commissie van Beheer, wethouder mr. J.N.J.E. Heerkens
Thijssen. Vervolgens sprak de heer Heerkens Thijssen. Uit
zijn toespraak blijkt de rol van burgemeester Sandberg. Die
verdedigde het aanbod met klem in de gemeenteraad, be
reidde de bouw voor, bewaakte tot in de details het bouw
proces en overtuigde zich vele malen persoonlijk van de
voortgang op het werk en wist zo veel problemen het hoofd
te bieden. Voor hem - vervolgde Heerkens Thijssen zijn
toespraak - moet het een vreugde-dag zijn, nu zich de deu
ren voor een breede schare hebben mogen ontsluiten; hem
moge het gegeven zijn menige schoone en zielsverheffende
voorstelling vanuit zijn frontloge bij te wonen en dan te-
165