stijl van de Hollandse Renaissance. Hij overleed op 7 fe bruari 1945 op de leeftijd van 79 jaar. De MSP-beschrijving Kortgeleden is de Haarlemse stadsschouwburg opgenomen in het mip. Dit zogenaamde (landelijk uitgevoerde) Monu menten Inventarisatie Project voorziet in een inventarisatie van architectuur uit de periode 1850-1940. De inventarisa tie is opgezet met het doel om gebouwen van nationale be tekenis uit die periode toe te voegen aan de Rijksmonumen tenlijst. In de Haarlemse lijst van gebouwen werd de stadsschouwburg opgenomen. Ook in de later uitgevoerde selectie-procedure (msp) komt de stadsschouwburg te voor schijn als een gebouw waarvan het behoud moet worden nagestreefd. Dat betekent dat aan de Haarlemse stads schouwburg een landelijke in plaats van alleen een lokale waarde wordt toegekend. Onderstaand volgt het concept van de zogenaamde redengevende beschrijving, die na goedkeuring van b w aan de minister ter goedkeuring zal worden voorgelegd. De schouwburg werd gebouwd in een stijl die het midden houdt tussen het toentertijd in Duitsland en Oostenrijk toe gepaste classicisme en de Wiener Sezession. Voor de par tijen aan de achterzijde en beide zijkanten is daarnaast ge bruik gemaakt van een rationele baksteenarchitectuur. Omschrijving: In symmetrische opzet gebouwde schouwburg op basis van een rechthoekig grondplan in oost-westelijke hoofdrich ting. De opzet vormt een levendige massawerking van in formaat en vorm variërende bouwvolumen rond een hoofd volume waarin zich de zaal bevindt. Het hoofdvolume zet zich aan de westzijde voort in de hogere massa van de to neeltoren en voorts naar alle zijden in kleinere bouwvolu men. Het gebouw staat op een sokkel. Hierin bevindt zich het souterrain. De grootste hoogte daarboven wordt ge vormd door de vijf bouwlagen van de toneeltoren. De zaal komt in hoogte overeen met vier bouwlagen. Dit geldt ook voor de beide vierkante traptorens die de voorgevel flanke ren. De overige volumen bevatten twee of drie bouwlagen. Het hoofdvolume en de toneeltoren worden afgedekt door zadeldaken met de noklijn in oost-westelijke richting. De traptorens hebben koepels. De overige volumen hebben lessenaarsdaken of platte daken. De zadeldaken zijn gedekt met zwarte Hollandse pannen, de koepels met zink, de plat te daken met mastiek en grint of met terrastegels. 171

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1993 | | pagina 171