DRS. J. BART
UITTENHOUT
(eindredactie)
Monumentenzorg Haarlem
Voorwoord Diverse reacties op het jaarverslag 1992 over de Haarlemse
monumentenzorg in het jaarboek hebben duidelijk gemaakt
dat de belangstelling van de lezers vooral gericht is op de
wordingsgeschiedenis van de panden en de restauratie er
van. De redactie gaf aan dat opname van meer illustraties
de voorkeur heeft. Het roer is dus hopelijk tot tevreden
heid - omgegooid.
1993 is in veel opzichten een jaar geweest van meewerken
aan de ontwikkelingen van de gedachten over Haarlem, zo
als 'de erfenis voor de toekomst', het uitwerkingsplan bin
nenstad, reclamerichtlijnen, een handboek straatmeubilair,
het Spaarneplan, planontwikkelingen Enschedécomplex,
het Monumenten Inventarisatie- en Selectieproject en al
wat ik hier niet noem en u er zelf bij kunt bedenken. Veelal
betreft het geschreven visies die - nog - geen concrete
plannen zijn, maar aangeven in welke richting plannen zich
kunnen gaan ontwikkelen. De onderliggende gedachte is
veelal de stad levend houden door vernieuwing zonder de
karakteristiek van historisch gegroeide evenwichtigheid
om zeep te helpen, stelliger: waar mogelijk te versterken.
Nu zijn uiteraard verschillen van inzicht voor wat betreft de
afzonderlijke aspecten mogelijk, daarnaast moet een we
ging tussen die aspecten plaatsvinden. Daar volledige over
eenstemming tussen allen niet goed voorstelbaar is, moet
het accent liggen op argumentatie van de standpunten, in
formatie daarover en daarmee begrip kweken opdat het op
timum bereikt kan worden.
In het navolgende wordt enerzijds aan de spanning aan
dacht besteed, anderzijds wordt een bijdrage geleverd om
het inzicht te vergroten en daarmee begrip te kweken. Ik
hoop dat u veel genoegen beleeft aan het lezen en dat u er
door aan het denken wordt gezet.
Inleiding Voor wat de manier van werken betreft is getracht tot een
nog betere integratie te komen van het onderzoek en de uit
voering. Nieuwe ontwikkelingen hebben zich voorgedaan
175
Alle foto's, tenzij anders vermeld,
sector gemeentewerken, afdeling
bma/Jos Fielmich