Het Monumenten Selectie
Project
chitectuur van het bestaande gebouw en vormde geen be
letsel voor opname op de gemeentelijke monumentenlijst.
Churchilllaan 70 (Montessorischool). Het bestuur van de
Vereniging 'De Haarlemse Montessorischool' verzocht in
1923 architect M.J. Sevenhuijsen een plan te maken voor
een montessorischool. Nog in datzelfde jaar werd het ge
bouw opgeleverd. Ook in dit gebouw is de vlinderplatte-
giond kenmerkend. De architect beoogde hiermee in zoveel
mogelijk vertrekken het zonlicht te laten doordringen. In
het exterieur valt de plastisch vormgegeven dakpartij op en
het lichtkoepeltje boven de hal. Het herstel in 1993 werd
het dak weer van de goede, rode, mastiekbedekking voor
zien en werd het oorspronkelijk kleurenschema weer aan
gebracht.
Zijlweg 283 (villa). Vrijstaande villa, genaamd 'Vogel-
sanck', gelegen aan de noordzijde van de Zijlweg. Ge
bouwd in 1892, waarschijnlijk naar ontwerp van architect
Jb. van den Ban. Het is één der oudste villa's aan dit ge
deelte van de Zijlweg, dat destijds tot Overveen hoorde en
waar eind 19de begin 20ste eeuw een villawijkje ontstond.
De villa behoort tot het schilderachtige-rustieke villa-type
uit het eind van de 19de eeuw en toont invloeden van de
neo-Hollandse renaissance en de chaletstijl. Het pand is zo
wel in het exterieur als in het interieur vrijwel gaaf.
Tijdens de zestiger jaren kwam de rijksmonumentenlijst tot
stand. In totaal werden er in Nederland op grond van de
Monumentenwet ruim 43.000 objecten beschermd. Voor
Haarlem leverde dit ruim 1000 rijksmonumenten op. Onze
stad werd daarmee getalsmatig bezien de vijfde monu-
mentenstad van Nederland. Grote, monumentale panden
zoals het stadhuis en de Grote of St. Bavokerk, maar ook
woonhuizen, poortjes en een verdwaalde gevelsteen kwa
men op de rijkslijst terecht. Het betrof hier bijzondere voor
beelden van bouwkunst uit de periode tót 1850. Bij uitzon
dering werd die tijdgrens overschreden als het om een
bijzonder object van na die tijd ging. Zo is het Kenaupark al
als 1 ijksmonument aangewezen terwijl het pas in de perio
de 1865—1875 werd aangelegd. Nog sprekender voorbeel
den van uitzonderingen op de regel zijn het woningbouw
complex Tuinwijk-Zuid van de architect J.B. van Loghem
uit 1920—1922 en het stationsgebouw van de Nederlandse
Spoorwegen uit 1908. In het midden van de jaren '80 ont
stond bij het Rijk de behoefte om ook de periode na 1850 te
onderzoeken.
In 1987 ging in heel Nederland het Monumenten Inventari-