ui\**>v- Haarlem dankbaar gebruik van gemaakt. Eén van de eerste klussen was het onderzoek in het beeldbepalend pand, Spaarne 38, en dat was meteen een schot in de roos. Aanleiding tot dat onderzoek was een al in uitvoering zijn de verbouwing van het pand. Monumentenzorg Haarlem had al geconstateerd dat er iets speciaals aan de hand was, mede op het spoor gezet door antiquair Reijgersberg aan de overzijde. Bijzondere bouwsporen kwamen bij het strippen van het huis naar voren en besloten werd het ibid in te scha kelen. Twee bouwhistorici. Koos Steehouwer (Haarlem) en Ronald Glaudemans (Den Bosch), verrichtten het onder zoek. Uit de uitstekende onderzoeksrapportage van hun hand worden de volgende gegevens ontleend. Het bouwhistorisch onderzoek vond plaats in december 1992 en januari 1993. Dit onderzoek sloot aan op een on derzoek van de stadsarcheoloog. Daarbij werden op de be gane grond twee vloerlagen blootgelegd die waren opge bouwd uit kloostermoppen. Bij deze vloeren hoorde een haardplaatsje van - waarschijnlijk I4de-eeuwse - dakte gels. Deze vloeren moeten hebben behoord bij een voorlo per van het huidige - middeleeuwse - pand. Spaarne 38. Schilderij van Gerrit Berckheyde, 1671. Het tweede huis van links is het huidige Spaarne 38. 202

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1993 | | pagina 202