Spaarne 38, schematische
perspectiefschets van de
opbouw van het oorspron
kelijke i4de-eeuwse huis met
reconstructie van de vakwerk
binnenwand. Tekening
R. Glaudemans.
verbouwing werd een zijraam dichtgezet en kreeg het huis
een eigen achtergevel.
In de tweede helft van de 16de eeuw, mogelijk rond 1570,
onderging het huis opnieuw een ingrijpende verbouwing.
Toen werd de middeleeuwse voorgevel afgebroken en ver
vangen door een nieuwe, minder zwaar uitgevoerde trapge
vel. Deze gevel is tot op goothoogte achter de pleisterlaag
nog aanwezig. De oorspronkelijke vormgeving is uit diver
se afbeeldingen en de aanwezige bouwsporen nog te recon
strueren. Tijdens de eerste helft van de 17de eeuw werden
de balklagen ingrijpend vertimmerd. Voor die tijd was er
sprake van moerbalken met kinderbinten. De moerbalken
bleven gehandhaafd maar de kinderbinten verdwenen, een
zogenaamde enkelvoudige balklaag ontstond. De insteek-
verdieping werd doorgetrokken tot aan de voorgevel, zodat
een volledige tussenverdieping ontstond. De indeling van
de voorgevel werd daartoe aangepast. In de tweede helft
van de 19de eeuw werd opnieuw drastisch verbouwd. De
top van de trapgevel werd, vermoedelijk wegens bouwval
ligheid of anders wegens verandering van smaak, afgebro
ken. Zo ontstond het huidige aanzien als een lijstgevel. Het
metselwerk werd gepleisterd en van een quasi steenmotief
voorzien. Alle balklagen in het huis werden opgevijzeld.