men. Om de lakens van beide soorten draperie duidelijk uit elkaar te kunnen houden, besloot het stadsbestuur dat de Spanjaard alleen maar hele lakens mocht maken en dat de oude draperie niets anders dan halve lakens zou fabrice ren. 39) Dit gaf Gregorio weer reden tot klagen. Zijn contract was zonder zijn instemming veranderd. Doordat hij in plaats van halve voortaan hele lakens diende te vervaardigen, moest hij extra kosten maken. Nieuwe volders en andere werklieden moest hij. naar zijn zeggen, in dienst nemen; nieuwe ramen en andersoortige zaken had hij aan te schaf fen. Gregorio eiste een tikse tegemoetkoming. Per laken wilde hij twee goudguldens en voor hem en zijn gezin vrij stelling van accijns. Hoewel het stadsbestuur in eerste in stantie het been stijf hield, gaf Gregorio geen krimp. Hij wachtte op de komst van ambtenaren van de centrale over heid, die in april 1526 het Haarlems stadsbestuur kwamen vernieuwen. Daar kwam de affaire opnieuw aan de orde. De heren stelden dat de nieuwe draperie de stad grote voor delen opleverde en bewerkten een tussenoplossing: per la ken zou Haarlem één goudgulden (28 stuivers) subsidiëren en verder verleende men Gregorio vrijwel volledige vrij stelling van accijns. 40) Maar ook hiermee was de zaak niet geregeld. Gregorio bleef mokken. Hij greep zijn kans begin 1527 toen de ma gistraat bezorgd raakte over het grote aantal arbeiders uit de lakennijverheid dat werkeloos rondliep en Gregorio vroeg deze mensen werk te verschaffen door in plaats van 200 lakens er jaarlijks 300 te fabriceren. Gregorio eiste hiervoor een verdere verhoging van de subsidie. Na veel onderhandelen kwamen partijen uiteindelijk op 29 april 1527 uit op 2 Filippus gulden of 21/2 Karolus gulden (=50 stuivers). 4I) Dit was vrijwel een verdubbeling van de in het vorige jaar overeengekomen subsidie. Het is evident dat het stadsbestuur in 1527 alle reden had om van die andere sub sidie, de oorden gouds voor exportlaken naar het buiten land, af te komen, waarin het zoals we zagen ook geslaagd is. Dc betalingen aan Gregorio Uit de stadsrekeningen blijkt dat onderstaande bedragen aan Gregorio betaald zijn. Het betreft hier ponden van 40 groten, die van een gelijke waarde waren als de Karolus gulden. 20

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1993 | | pagina 20