schilderd. De buitenzijde was goed voorzien van een groot aantal lagen verf. De meeste daarvan waren in een overwe gend wat zwaarder aangezette toon van Bentheimkleur. Zo ook de onderste laag. Het natuursteen vertoonde op een groot aantal plaatsen, vooral in de voor de schilder moeilijk bereikbare plekjes, nog een goed te bestuderen verfpakket. Ook hier was de wat zwaardere Bentheimertoon overheer send. In ieder geval bleek hieruit dat het natuursteen vele keren was overschilderd. Wat was wijsheid? Tenslotte is schilderwerk een regelmatig terugkerende noodzakelijke post in het onderhoud aan gebouwen en een beetje durf leek het proberen waard. Besloten werd al het natuursteen in Bentheimkleur te schilderen. De bijzondere details daarin werden van verguldsel voorzien. Al het houtwerk werd in een bijpassende kleur geschilderd. Voor de deur en de ra men werd voor standgroen gekozen als contrast tegen de Bentheimtoon van natuursteen en kozijnen en de bijzonder helrode toon van de I7de-eeuwse baksteen. De gaten in het gevelvlak bleven zo gaten. Door de wat warme toon van de Bentheimkleur behoudt de gevel ook bij somber Hollands weer kleur en toon. De dakruiter werd aan de binnenzijde opnieuw voorzien van de blauw-groene kleur die ook was aangetroffen. De twee wapenschildjes boven de hoofdin gang werden opgefrist. Het schilderwerk werd uitgevoerd door Schildersbedrijf J. Rijs en Zonen. Mariëtte Polman schrijft in haar boekje over het Frans Halsmuseum dat eens werd opgemerkt dat het hoofdgebouw te vergelijken was met een paleis van een prince. Hopelijk doet de laatste schilderbeurt daar weer eer aan. wilsonsplein 23, stadsschouwburg (beeldbepalend pand) Hoewel (nog) geen rijksmonument, verdient dit markante Haarlemse gebouw op deze plaats aandacht. Het was dit jaar precies 75 jaar geleden dat, op 30 september 1918, deze stadsschouwburg werd geopend. Elders in dit jaar boek is te lezen wat daar toen aan vooraf ging. Het is een toeval dat uitgerekend dit jaar de sloop van dit bijzondere gebouw ter sprake is gekomen en, ondanks dat gegeven, het gebouw een tijd in de steigers heeft gestaan. De ouderdom van het gebouw was aanleiding voor het eerste, de loszit tende karakteristieke versierende onderdelen van gres voor het tweede. Het onderhoud van het gebouw is, gezien de discussies over een nieuwe schouwburg, wat op de achter grond geraakt. Al in 1987 maakte het Haarlems Dagblad melding van de slechte bouwkundige staat. De toenmalige

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1993 | | pagina 216