voordeel kunnen doen met het werk van deze baanbrekend
onderzoeker. De heer Dolleman overleed in het verslagjaar.
In 1993 ontviel ons ook notaris mr. R.J. Stuart, die veel
voor Haarlem en de Vereniging Haerlem betekend heeft.
Wim Helversteijn, sedert vele jaren lid van de redactie van
het jaarboek en Haarlems kroniekschrijver werd ter gele
genheid van zijn zeventigste verjaardag koninklijk onder
scheiden tot Ridder in de orde van Oranje Nassau.
In 1993 werd de tweejaarlijkse Haerlem-prijs toegekend
aan E.L.M. Sewalt uit Haarlem voor zijn omvangrijke stu
die 'Atterminatie en staet. De ondercuratelestelling van de
stad Haarlem in de late middeleeuwen'. Hierin wordt het
financieel beleid van Haarlem en de financiële verhouding
tussen de stad en de landelijke overheid in de late middel
eeuwen onderzocht, vooral op basis van zeer veel archief
materiaal. De Haerlem-prijs bedraagt 2.500- en wordt
beschikbaar gesteld door de Ir. Enschedé-Stichting.
Goed contact met de leden wordt door het bestuur erg be
langrijk gevonden. In november 1992 verscheen de
Nieuwsbrief in een nieuw jasje. Dit bleek bij de leden pri
ma aan te slaan. In 1993 verscheen de Nieuwsbrief maar
liefst 6 keer. Naast vier reguliere nummers waren er twee
extra nummers: één rond de jaarvergadering en één met een
open brief aan de gemeenteraad over het Enschedé-com-
plex. Hoewel vier nummers kosteloos werden gedrukt door
Drukkerij Excelsior, zijn de totale druk- en verzendkosten
van de Nieuwsbrieven niet gering. Toch wil het bestuur
voortgaan met dit waardevolle middel om in contact met de
leden te blijven.
Uit het zogenaamde Omnibus-onderzoek, door de gemeen
te gehouden onder 3000 Haarlemmers, blijkt dat 20% van
de Haarlemse bevolking de Vereniging Haerlem kent en
dat bij bijna 27% van de Haarlemmers de Hoofdwacht be
kend is. Deze cijfers zijn niet geweldig hoog en wij streven
er dan ook naar dat over een paar jaar deze scores veel ho
ger zijn.
De Vereniging Haerlem heeft een uitgebreid netwerk van
contacten in Haarlem en de regio. Zo zijn er diverse contac
ten met de gemeente Haarlem, zowel bestuurlijk als ambte
lijk, maar ook met organisaties en instellingen als de Ar-
chaeologische Werkgemeenschap voor Nederland afdeling
Kennemerland, het Archeologisch Museum Haarlem, (Ver
eniging van Vrienden van het) Frans Halsmuseum en Tey-
lers Museum, Stichting Haarlemse Hofjes, Stichting Haar
lem Promotie, de Stichting Haarlem 750, de Vrienden van
de Grote Kerk, het Gemeentearchief, de werkgroep Haar-