in 1975 in verkorte versie op de televisie verschenen. Voor
de verhalenstof liet hij zich vaak inspireren door mytholo
gische gegevens uit verschillende culturen, wat de spelen
vaak een multicultureel karakter gaf, terwijl de sprookjes
achtige sfeer steeds bewaard bleef. De poppen werden door
Rien zelf gemaakt, zijn tweede echtgenote Edith Otten ver
vaardigde de kostuums, terwijl de decors waren creaties
van beeldende kunstenaars als Michel van Overbeeke, Rob
Clous, Fred Thoolen, Lucas Abedy en Joost Hilterman.
In de loop van de tijd werkte Rien met verschillende assis
tenten, onder wie Marijke Kots (later poppentheater Mij-
ko), Max Verstappen (later theater de Spotvogel), de ge
broeders Martin en Niek Vink, Dick van Kampen en vooral
met Els Erwteman, personen, die dierbare vrienden bleven
met warme herinneringen aan de Merlijnperiode en aan
Riens bijzondere persoonlijkheid.
In 1975 kreeg Rien Baartmans via het ministerie van crm
een kans om een tournee naar Indonesië te maken. Tijdens
deze rondreis speelde hij 'Slingertje dan kuda terbang', een
in het Indonesisch vertaalde versie van 'Slingertje en het
Vliegende Paard', waarmee hij duizenden kinderen in In
donesië vermaakte. Rien maakte van deze gelegenheid ge
bruik er een paar maanden wayangkulitstudie aan vast te
knopen bij zijn leermeester Bp.R.M. Ronosuripto, bij wie
hij al eerder gestudeerd had tijdens diens verblijf in Neder
land in de jaren '71 en '72. In totaal is Rien vijf keer naar
Indonesië geweest voor de wayang-studie. Hij zou de eer
ste en enige dalang (wayangpoppenspeler, verteller) zijn,
die het Middenjavaanse schimmenspel in het Nederlands
vertolkt.
In 1979 richtte Rien Baartmans samen met musicus, musi
cologe en gamelanspecialiste Elsje Plantema de gamelan-
en wayanggroep Raras Budaya op. De dalang Rien werd
geassisteerd door zijn vrouw Edith en Elsje had de leiding
over een gamelanorkest met 16 medewerkers. Tijdens het
Holland Festival in 1981 waren de ongeveer acht uur du
rende wayangvoorstellingen van het verhaal 'De Schen
ding van Subadra' (uit het Javaans vertaald door dr. J. Ras)
op verschillende lokaties in Nederland te beleven. Het werd
een groot succes, vooral omdat de taal door het voortreffe
lijke spel van Rien geen barrière bleek te zijn en ook omdat
hij - net als in Indonesië - grappen en actualiteiten in de
voorstellingen verweefde en het publiek steeds weer wist te
boeien met zijn grote stemvariaties, waarmee hij goden en
demonen, edelen en dienaren tot leven wist te brengen.
Rien gaf ook - uiteraard in samenwerking met het game-