se niet gerealiseerd. Het manuscript van zijn tweede publi-
katie over de Grote of St. Bavokerk, waarmee hij zich in
tensief heeft beziggehouden, is echter wel voltooid. De
mogelijkheid om tot uitgave te komen wordt momenteel
onderzocht.
Ondanks het feit. dat de verhuizing naar Obertraubling in
Duitsland geen eenvoudige keuze voor hem is geweest,
heeft hij het genoegen gesmaakt ook daar wederom bewij
zen van zijn veelzijdige begaafdheid te kunnen leveren. Al
in 1985 had hij in het kader van een internationale wed
strijd een ontwerp voor de (her)bouw van een van de orgels
van de Dom van Salzburg ingezonden. Deze wedstrijd is
door hem met veel overtuiging gewonnen en vanuit zijn
nieuwe woonplaats was hij goed in staat de uitvoering van
zijn ontwerp te begeleiden; het behaalde succes betekende
een viertal vervolgopdrachten voor andere orgels, die in
middels alle uitgevoerd zijn.
De betekenis van het werk en de activiteiten van Corneiile
Janssen voor de Nederlandse Monumentenzorg is zonder
enig voorbehoud groot te noemen. In woord en geschrift
schroomde hij niet zijn opvattingen - vaak verpakt in
bloemrijke taal - naar buiten te brengen. In de jaren dat hij
lid is geweest van de Redactieraad van het Restauratieva
demecum (een uitgave van de Rijksdienst voor de Monu
mentenzorg) wist hij een koerswijziging te bewerkstelli
gen. waardoor het accent nu meer op de uitvoeringspraktijk
ligt. Jaren heeft hij zich ingezet voor de instandhouding van
het restauratie-ambacht; de oprichting van de stichting Res
tauratie Informatie Centrum (R.I.C.) is dan ook van harte
ondersteund. Korte tijd fungeerde hij als eerste voorzitter
daarvan, tevens ijverde hij al jaren voor het opzetten van
een opleidingsinstituut op dit gebied, maar de realisatie
daarvan zal hij jammer genoeg niet meer kunnen meema
ken.
Zijn verdiensten waren onder meer aanleiding tot diverse
onderscheidingen waaronder die van Officier in de Orde
van Oranje Nassau en het Ere-voorzitterschap van de Ne
derlandse Vereniging van Monumentenzorgers.
IR. W.B.J. POLMAN
251