Jaap Meijer Jaap Meijer was een fenomeen. Niemand kende hem in al
18 november 1912- zijn aspecten. De hier volgende feiten en herinneringen ge-
9 juli 1993 ven dan ook slechts een fragmentarisch beeld van zijn per
soon en werk.
Jaap Meijer werd geboren op 18 november 1912 in Win
schoten. Zestig jaar later, toen ik met hem in de auto door
een oud stuk Hillegom reed, riep hij opgetogen: Prachtig,
die lage arbeidershuisjes, precies het Winschoten van mijn
jeugd, door de muren heen ruik ik de koffie die de hele dag
op het fornuis staat te pruttelen.
Als dertienjarige vertrok hij naar Amsterdam om er aan het
orthodoxe Nederlands Israëlitische Seminarium opgeleid te
worden tot rabbijn. Maar hij haakte af en studeerde vervol
gens geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam met
Nederlandse letterkunde als bijvak. Van de Tachtigers,
toen nog steeds de modernen, zou hij zijn leven lang niet
loskomen; publikaties zou hij onder andere wijden aan
Willem Anthony Paap, die hij overigens als 'zeventiger on
der de Tachtigers' bestempelde, en aan Jacques Perk.
Meijer werd leraar, had onder meer Anne Frank in zijn
klas, en rondde intussen zijn studie af met het proefschrift
(bij Jan Romein):'Isaac da Costa's weg naar het Christen
dom. Bijdrage tot de geschiedenis der joodse problematiek
in Nederland' (1941). Die 'joodse problematiek' heeft zijn
wetenschappelijke èn literaire leven gevuld.
Jaap Meijer en zijn vrouw Lize (Liesje) Voet overleefden,
met hun zoontje Ischa, het concentratiekamp Bergen Bel-
sen. Nooit heb ik hem naar die tijd durven vragen. In es
sayistische zin heeft hij er niet over kunnen of willen schrij
ven. De dijken braken pas toen poëtische middelen binnen
zijn bereik kwamen. Meijer werd weer leraar en in 1951
toegelaten als privaatdocent aan de Universiteit van Am
sterdam. Zijn daarbij uitgesproken rede Götterdammerung
en morgenrood: beschouwingen over Joden in Nederland
omstreeks 1900, werd van hoog niveau geacht. Tot zijn
grote teleurstelling is hem nooit het hoogleraarschap ten
deel gevallen.
In 1953 vertrok Meijer met zijn gezin naar Suriname om er
enkele jaren te doceren. Teruggekeerd naar Nederland
werd hij leraar geschiedenis aan het Coornhertlyceum te
Haarlem en bleef dat tot hij omstreeks z'n zestigste enigs
zins vervroegd werd gepensioneerd. Het lesgeven ging hem
gemakkelijk af en zijn omgang met kinderen, door wie hij
zich 'meester' liet noemen, was redelijk ontspannen. Des te
merkwaardiger is het dat Jaap en Liesje aan hun eigen kin
deren, Ischa, Mirjam en Job, zulke onvervulbare eisen stel-
252