melen van een bibliotheek daarover. Wat was hij trots, toen hij met veel moeite eindelijk de reeks reisverslagen, uitge geven door de Linschoten-Vereniging, had kunnen com pleteren! Rob Stuart was een doorzetter, niet bereid tot schipperen of het leveren van half werk, ook al ging dat wel eens ten kos te van tempo of gemoedsrust. En dat betekende jaren lang, dat hij ook in het weekend veel tijd doorbracht op kantoor in plaats van thuis. Zijn drang naar perfectie maakte hem gewaardeerd als persoon en waardevol als bestuurder. Hij stuurde geen krabbeltjes maar nette getypte brieven en bel de niet 'even' op zonder schriftelijke bevestiging. En was er iets niet geheel foutloos gegaan, dan was hij de eerste om te suggereren dat het mogelijk aan hem lag. We zien hem in gedachten nog zitten aan een vergadertafel: het hoofd wat in de schouders, de ogen achter zijn bril half of geheel gesloten en de handen druk bewegend, terwijl hij met zijn wat krakerige, soms overslaande, stem zijn me ning ten beste gaf. Rob Stuart was gesteld op gezelligheid en hij had veel belangstelling voor zijn medemensen. Maar soms voelde hij zich in zijn bescheidenheid onzeker. Dat werd vooral de laatste jaren sterk in de hand gewerkt door ernstige en toenemende slechthorendheid, die hij moeilijk kon aanvaarden. Hoorapparaten mochten hem daarbij nau welijks baten. Door deze handicap waren lezingen en grote vergaderingen voor hem een zinloze kwelling geworden. Ook in zijn ambt werd voor hem het volgen van een ge sprek dikwijls een probleem. Daarom leek vervroegde pen sionering een reëel vooruitzicht, maar de gedachte daaraan was voor hem toch nauwelijks aanvaardbaar. Helaas heeft hij die eindstreep niet gehaald. Rob Stuart was een markant en dierbaar persoon, en zijn overlijden is een verlies voor Haarlem en Kennemerland en vooral voor zijn gezin, zijn familie en vele vrienden. Johannes Jurriaan Voogel Gewoon Jan liet hij zich noemen, deze te Amsterdam gebo- 23 december 1901- ren Haarlemmer. Zijn vader was diamantbewerker, maar de 14 september 1993 zoon stapte niet in diens voetsporen. Een familielid gaf hem de raad voor het bouwvak te kiezen. Dit advies werd opgevolgd en voerde tot inschrijving als leerling van de toenmalige Industrieschool. De lessen konden hierna op enkele architectenbureaus in praktijk worden gebracht. Daar Jan zich als ontwerper wilde bekwamen, ging hij on- T.J. BIERMAN 258

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1993 | | pagina 258