De oostelijke landen waren traditioneel een belangrijk af zetgebied voor de Leidse draperie, die daar overigens in de zestiende eeuw veel terrein aan de Engelse concurrentie en aan de Amsterdamse lakenfabrikanten heeft moeten prijs geven. 68) De Haarlemse draperie is er kennelijk niet in ge slaagd in die regio's vaste voet te krijgen. Uit 1550 dateert een opmerking dat de Hollandse lakens vooral naar Frank rijk, Spanje en Italië gingen, terwijl die van Amsterdam in hoofdzaak naar Duitsland uitgevoerd werden.6,) Duidelijk is wel dat de Haarlemse export vooral op het Zui den gericht was. Over contacten met zuidelijke kooplieden in Antwerpen worden in de bronnen slechts incidentele ge gevens aangetroffen. Niet in die mate als in de periode rond Gregorio, maar dat zegt weinig omdat het stadsbestuur zich nadien lang niet zo intensief meer met de exportbevorde ring hoefde te bemoeien en we dus ook niet zoveel in de officiële documenten aan kunnen treffen. Dat de Haarlemmers actief bleven op de internationale markt toont ook een voorval uit 1557. In dat jaar verkocht men lakens op de Antwerpse jaarmarkt voor 6.048 en ver kreeg daarvoor twee schuldbekentenissen die ter meerdere zekerheid gewaarborgd waren door de koning. Jaren later blijken deze obligaties nog niet verzilverd. Het stadsbe stuur heeft daarop geen middel onbeproefd gelaten om dit geld plus rente te ontvangen. In 1560 wilde de stad slechts in een bede toestemmen als de gewraakte som ontvangen zou zijn. Hoge lieden in Brussel werden in 1561 ingescha keld om de zaak te regelen. Bij de bede-onderhandelingen in 1564 stelde men alleen te zullen instemmen als op het Haarlemse aandeel die 6.048 gekort kon worden. Maar ook dit ging niet door. De hulp van de stadhouder, de prins van Oranje, werd ingeroepen. Drie rekesten werden succes sievelijk naar de landvoogdes Magaretha van Panna gezon den. Niets hielp. Ten gevolge van de oorlogslasten waren er geen mogelijkheden om de Haarlemse drapeniers te beta len, repliceerde Brussel. In 1566 heeft de magistraat nog maals de bemiddeling van Willem van Oranje ingeroepen. Brussel deed toen de 'concessie' vanaf dat moment elk jaar 500 rente te betalen op voorwaarde dat Haarlem de hoofdsom met contant geld ophoogde tot 10.000 Men is daar kennelijk niet op ingegaan. Verder overleg heeft even min wat opgeleverd. Waarschijnlijk zal de landvoogdes in die roerige tijden in het geheel niet meer genegen zijn ge weest om deze schuld in te lossen. 7°' Heeft de investering van 10.394 in de stedelijke draperie baten opgebracht? Het zij herhaald, voor vrijwel de gehele 29

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 1993 | | pagina 29