zestiende eeuw kunnen we geen cijfers van de lakenpro-
duktie geven. Maar zelden komen we in de bronnen nog
verzuchtingen tegen dat het met de draperie slecht gesteld
was of dat ze dreigde ten gronde te gaan. In 1542 kocht de
stad zelfs een stuk land van het Sint Annaklooster omdat de
oude ruimte waarop de ramen stonden te klein was gewor
den. 7I) Toch is het nooit een omvangrijke nijverheid ge
worden vergelijkbaar met de Leidse in haar glorietijd. Zou
dat het geval geweest zijn dan was de stad stellig accijnzen
op de lakenproduktie gaan stellen.
Aan de andere kant maken de eerder genoemde, sedert
1547 tussen Leiden en Haarlem aangegane overeenkom
sten om gezamenlijk wol in Calais te kopen, duidelijk dat
de Haarlemse draperie vrijwel evenveel Engelse wol ver
werkte als Leiden. Dit leidt tot de conclusie dat de produk-
tie in Haarlem rond het midden van de zestiende eeuw dui
delijk toegenomen was ten opzichte van bijvoorbeeld 1514,
het jaar van de Informacie, toen in de Spaarnestad zo'n 850
lakens gefabriceerd werden, zoals we eerder zagen. Zou dit
niet het gevolg geweest kunnen zijn van de door Frans de
Wit en Gregorio de Ayala geïnitieerde internationale con
tacten? Al hief Haarlem geen accijnzen op de gefabriceerde
lakens, indirect is er wel het een en ander van het geïnves
teerde geld teruggekomen in de stadskas. Drapeniers en
werkers in de lakenfabricage betaalden immers hun belas
ting. Die inbreng in de stadskas was groter naarmate er
meer lakens gemaakt konden worden.
Noten 1 R- Fruin (ed.), Enqueste ende informatie upt stuck van der re
ductie ende reformatie van den schiltaelen 1494 (Leiden
1876), p. 66.
2. Ontleend aan de stadsrekeningen: Gemeentearchief Haarlem,
stadsarchief, voortaan af te korten als gah, sa, kast 19-8,
-10, -12 en -14.
3. R. Fruin (ed.), Informacie up den staet, faculteyt ende gele-
gentheyt van de steden ende dorpen van Hollant ende
Vrieslant.. (Leiden 1866), p.14; N.W. Posthumus, De ge
schiedenis van de Leidsche lakenindustriedee! I, De Middel
eeuwen (I4de-l6de eeuw) (Den Haag 1908) pp. 368-369.
4. Zie bijv. E.Ch.G. Brünner, De order op de huitennering van
1531. Bijdrage tot de kennis van de economische geschiede
nis van het graafschap Holland in den tijd van Karet V
(Utrecht 1918), pp. 88-90, 109; L. Noordegraaf, 'Nijverheid
in de Noordelijke Nederlanden', in: (Nieuwe) Algemene Ge
schiedenis der Nederlanden, dl VI (Haarlem 1979) p. 18; J.J.
Temminck, Haarlem, vroeger en nu (Bussum 1971), p. 24;
P.H. Trembath, 'Haarlem in de zestiende eeuw, voorspel van
30