i oktober de patroon van de kathedraal, Sint Bavo, met de
rang 'Dubbel ie klas-Wit'. In het bisdom Rotterdam (dat
van het bisdom Haarlem in 1955 werd afgesplitst) kreeg
deze heilige echter een lagere feestrang toebedeeld, name
lijk 'Hoogdubbel-Wit'. (De aangegeven kleur was die van
de liturgie: wit werd sinds 'Trente' gebruikt op feesten van
heilige 'belijders' zoals Bavo.) Alleen in de bisdommen
Haarlem en Rotterdam stond Bavo in Nederland toen op de
officiële kalender. Sinds het herziene en vereenvoudigde
Romeins Missaal van 1970 vermeldt de kalender als ver
plicht te vieren heilige voor 1 oktober 'H. Teresia van het
Kind Jezus' (voorheen gevierd op 3 oktober); alleen voor
het bisdom Haarlem geldt binnen Nederland dan nog een
aparte viering voor St. Bavo. Uit zo'n voorbeeld kan men
afleiden dat er voor de verering van heiligen via de kerke
lijke kalender regels gelden die periodiek vanwege veran
derende behoeften dan wel omstandigheden worden bijge
steld. In historisch opzicht betekende het Concilie van
Trente (1545-1565), ook voor de Noordelijke Nederlan
den, een belangrijk moment van omslag, ondanks het feit
dat de besluiten ervan eerst veel later hier konden worden
doorgevoerd.
In de middeleeuwen was Utrecht een bisdom, onderhorig
aan het aartsbisdom Keulen. In 1559 werd Utrecht echter
aartsbisdom. In dat jaar willigde de paus het verzoek van
Filips 11 in om de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden te
verdelen in drie aartsbisdommen. Onder Utrecht kwamen
vijf nieuwe bisdommen, te weten Leeuwarden, Groningen,
Deventer. Middelburg en Haarlem. De bisschoppen werden
voortaan benoemd door de Spaanse koning die zo dacht te
kunnen blijven rekenen op trouwe ambtenaren als stabilise
rende factor binnen de al roerige Nederlanden. Dat liep
echter anders. Juist door de nauwe band met de Spaanse
kroon ging het kerkelijk bestuur waar de opstand de over
hand kreeg snel en geheel te gronde. Alleen het bestuurs
college van de bisschop van Haarlem overleefde de Refor
matie en tussen 1625 en 1650 voerde het 'Haarlems
kapittel' in nauwe samenwerking met apostolisch vicaris
Rovenius een actief bestuur. Daarbij richtte men zich aller
eerst op de uitvoering van de besluiten van Trente. Zo
kwam het tot een verlate uitwerking van een 'Proprium
Sanctorum' (het eigene der heiligen) voor het (voormalige)
aartsbisdom Utrecht als geheel en een bijzonder 'Proprium'
voor het (voormalige) bisdom Haarlem.
Tussen 1630 en 1632 kreeg dat laatste haar beslag; de op-
37