Uithangbord van de
'Oprechte' Haarlemmerolie-
fabriek aan de Achterstraat
(huidige Anthoniestraat)
nr. 17. (Gemeentearchief
Haarlem, topografisch
historische atlas)
noemde Leendert Jonkhout. Deze Leendert Jonkhout was
een zoon van Claes Adolfsz. Jonkhout uit Amsterdam en
Jannetje Leenderts, een stiefdochter van Claes Tilly. Hij
was dus een kleinzoon van Jannetje Booms, de echtgenote
van Claes Tilly. Leendert Jonkhout was reeds in 1725 bij
zijn grootvader in de leer gekomen, waardoor hij zonder
problemen dat bedrijf kon overnemen. Hij verkreeg op 4
november 1749 een vergunning van burgemeesters waarbij
zij hem bij uitsluiting van anderen gerechtigd verklaarden
te prepareeren, verkopen en te versenden de oliën, tinctuur
of balsem, op die voet, zoo als 't selve bij gemelde Nicolaas
Tilly bij zijn overlijden is gedaan. Waaruit volgde, dat zij
Leendert Jonkhout als de rechtmatige opvolger van Claes
Tilly beschouwden. Zelf voegde Leendert Jonkhout ook
'Tilly' aan zijn eigen naam toe. Hij bleef in functie tot zijn
dood in 1762, hij werd op 5 april te Haarlem begraven. De
exploitatie nam in deze tijd overigens een enorme vlucht.
Omdat Leendert Jonkhout (Tilly) kinderloos overleed zou
krachtens de bepaling in het testament van Claes Tilly de
directie moeten worden overgenomen door Cornelis de Ko
ning, geboren te Haarlem op 11 maart 1688 en op 18 augus
tus 1726 gehuwd met Lijsbeth Jonkhout. Aangezien Corne
lis van de Casteele Tilly, gehuwd met Anna Jonkhout en
kleinzoon van de weduwe Tilly, in 1762 als opvolger blijkt
te fungeren, mogen we aannemen dat Cornelis de Koning
toen reeds overleden was. Cornelis van de Casteele Tilly
kreeg in dat jaar van het stadsbestuur vergunning om de
58